Michael in Osaka

Naam:
Locatie: Suita-shi, Yamate-cho 3-3-1, Osaka-fu, Japan

Voor mijn vrienden overal op de wereld, mijn gsm-nummer is 080 6135 5903. Als ge vanuit het buitenland belt, valt de eerste nul weg en plaatst ge der 0081 voor. Zo simpel is dat. Voor mijn collega's in Japan, mijn gsm-e-mail adres is michaelfranssen@ezweb.ne.jp aangesloten bij au Kiddy...

woensdag, februari 28, 2007

Excuus!

Excuus voor het rommeltje hier... Blogger is even niet mijn beste vriend geweest. Als ik de blog opende kreeg ik een foutmelding die heel internet afsloot. Dus heb ik mijn lange blog in 3 moeten verdelen om zo hopelijk de problemen op te lossen. Ze zijn ook niet echt in volgorde, maar dat is makkelijker voor jullie om ze in juiste volgorde te lezen dan voor mij om nog eens de hele rotzooi door te moeten gaan... Er staat ook maar 1 post op de main page. Het best is blog per blog aan te klikken in de linkerbalk. Nogmaals mijn excuses...
De 2 comments heb ik niet kunnen lezen en zijn in de strijd verloren gegaan. Waarvoor mijn excuses, maar jullie zijn nu eenmaal veel te snel!

Gegroet

West-Japan in 44 liften (deel III)

Dag 11

Eindhalte vandaag zou Beppu zijn. Beppu staat bekent om zijn onsen. Een onsen is een warmwaterbron die gebruikt wordt om in te baden. En aangezien Japan een echte bad-cultuur heeft, zijn onsen dan ook echt razend populair en zeker de moeite om heen te gaan. Aangezien ik sowieso al zeer houdt van het Japanse bad, leek deze stad een beetje een paradijs op aarde!
Dezelfde weg naar dezelfde PA als voorheen maar een andere richting uit deze keer. Aan de splitsing ipv Zuidelijk, moesten we nu Oostelijk. Lift 32 was van een erg knappe jonge dame in een ‘brooddoosauto’ (een als brooddoos geblokte auto) die ons een 40 km verder heeft gebracht tot de SA vlak voor de splitsing. Van daaruit hebben we een rechtstreekse lift versiert, Lift 33, helemaal tot in Beppu. Het was een rijke salary-man die voor een avond naar zijn ouderlijk huis terugkeerde. Een zeer toffe, vriendelijke kerel die blijkbaar niet veel zin had om naar huis te gaan. Hij heeft ons tot in Beppu gebracht, en hij heeft ons onderweg meegenomen naar een aantal toeristische plekjes in en vlak buiten Beppu. Zoals een SA met een prachtig zichtje over de stad. Opmerkelijk zijn de ontelbare rookpluimen die uit de stad komen. Rook, ik denk eerder een soort stoom. De plek waar de aarde stoom aflaat, is Beppu. Echt wel een sjiek zicht. Daarna zijn we op die aardstoom gestoomde eieren en pudding gaan eten, en dan heeft hij ons nog een onsen getoond die gewoon buiten in de heuvels ligt en waar iedereen vrijuit naartoe kan gaan. Gewoon in een of ander veld, omringd door heuvels is er een rivierke met bovenaan een meer van om en bij de 3 m op 2 m waar blote mensen in lagen. Er was dan een klein schuurke naast gebouwd om kleren en handdoeken te leggen. En wij kwamen daar dan de toerist uithangen. Daarna wou hij ons dan naar het jeugdhotel brengen dat we hadden gevonden in de heilige boek, maar dat bleek niet meer te bestaan. Ramen en deuren waren dicht, en het licht was uit. Het uithangbord was zelfs verdwenen, dus waarschijnlijk failliet ofzo… Alleszins zaten we weer met de gebakken peren. De man had natuurlijk nog wat connecties in de stad en wist een plek waar we terecht konden. Deze plek, manman, was een erg sjiek hotel dat sowieso boven ons budget was. Nu, we hadden wel duidelijk gemaakt dat we studenten waren en ons budget voor een kamer niet al te hoog was. Toen hij het aan het regelen was moesten wij in de salon wachten en daarna werden we naar onze kamer gebracht. Die was onbeschrijfelijk eigenlijk maar ik ga toch een poging doen… We kwamen binnen en we zagen een pompbak en de WC en een schuifdeur. Die open gedaan en een erg sober kamertje kwam tevoorschijn. Ik dacht eerst dat dat de kamer was en dat die deur die ik nog zag de kast was met de futons. Niks ook ni! De deur leidde naar de echte kamer. Een japanse stijl kamer en gigantisch ruim, met bloemschikking en kalligrafiewerken aan de muur als versiering en een eigen veranda. Als we weg zijn om te eten, dan komen ze hier de futons leggen (die we normaal gezien zelf moeten leggen…), de futonshiki noemen ze het, en de volgende morgen zou het ontbijt op bed worden gebracht. Wat moet hier het prijskaartje wel niet van zijn??? 15000 yen voor een nacht. De man had al 10000 yen betaald en we moesten met z’n tweeën nog 5000 bijleggen en dan is het in orde… Een prachtig voorbeeld van de Japanse vriendelijkheid. Iedereen die mij nog durft zeggen dat liften in Japan onmogelijk of gevaarlijk is, lees dit dan nog maar eens en verander uw mening!
Dit voorval hebben we gevierd met een yakiniku (binnenhuisbarbecue). Ge kunt niet in zo een hotel zitten en niet navenant gaan eten he… Na het eten een plons in de onsen van het hotel en dan op het gemak een thee’ke gedronken en gaan slapen.
Nog wel grappig om te vermelden is dat iedereen erg verbaasd is als ze hoorden dat Hilde en ik niet samen zijn. Als vrienden slapen mannen en vrouwen apart. Alleen samen als ge een koppel zijt. Dus daar in dat hotel werd ons, als vanzelfsprekend, het gezinsbad aangeboden om samen te baden. Vreemd toch hoe die gewoontes verschillen…

Dag 12

Het ontbijt was schitterend, maar veel te vroeg. Dus na het ontbijt hebben we nog ff geslapen tot het tijd was om uit te checken. We wilden nog een dagje in Beppu blijven om wat de toerist uit te hangen, maar dan hadden we een slaapplaats nodig. Die hebben we gevonden (waar we ons al veel meer op gemak voelden) en dan zijn we gaan gaan toeristen. Er zijn 2 soorten warmwaterbron in Japan. De onsen is al gekend. De jigoku (letterlijk: hel) is een warmwaterbron die te heet is om in te kunnen baden. Voetbaden is in sommige nog wel doenbaar. Het water van zo een meer is tegen de 80 à 90 graden en door chemische dingen hebben al die meerkes zo hun eigen specialiteit. Zo is er een wit meer, een rood meer, een hemelsblauw meer,… en daarbuiten nog een soort van geiser die om de 25 minuten een 10-tal minuten 20 meter hoog spuit. Echt wel coole dingen daar. Schandalig wel dat mensen voor natuurfenomenen geld vragen om het te kunnen gaan bezichtigen. Bende afzetters! En ik heb het ze allemaal gezegd ook! In het Nederlands bij het buitengaan weliswaar, maar toch ik heb het gezegd!
Daarna zijn we teruggegaan om te eten en om onze badspullen te gaan halen om helemaal weg te zinken in een onsen’tje in Beppu. We hadden een flyer gekregen van Hyoutan-onsen, en het zag er geweldig goed uit. En dat was het ook. Begonnen met een zandbad. Letterlijk, ge graaft uzelf in zoals ge da vroeger deed op het strand. Dat zand is warm van de stromen die er onderdoor lopen. Heerlijk effect! Daarna waren de echte baden aan de beurt. Een rotsbad, een kruidenbad, een buitenbad, een stoombad en een bad waar er van 5 meter hoogte een straal van 3 cm doorsnede naar beneden valt. Heerlijk! En allemaal superwarm water. Fantastisch gevoel!
De terugweg was dan weer een beetje vreemd. De laatste bus was blijkbaar al om 22u. die hadden we dus gemist dus hebben we een uur gewandeld naar het dichtstbijzijnde station. Tevergeefs, de laatste trein om 23u. Dus de enige oplossing was de taxi. Amai, het gevoel dat we eigenlijk in een boerengat zitten was ineens aanwezig. Blijkbaar zijn we al gewoon geworden aan het feit dat treinen om de 5 à 10 minuten rijden op elk moment van de dag tussen 5u en 00u. Dat gaat terug aanpassen zijn in België…
Terug in hartje Beppu hadden we terug honger en het enige buiten de convenience stores (die 24 op 24, 7 op 7 open zijn; letterlijk!) dat nog open was, was een takoyaki winkeltje. Takoyaki is Osaka-specialiteit en zijn ballen deeg met inktvis erin. Heerlijk lekker! Daar hebben we nog eens een cultuurshock meegemaakt. Achteraf gezien wel logisch, maar op dat moment leek het ons het beleefdst om te doen. Maar ik zal het eerst vertellen… Wij waren de laatste klanten en we vroegen de regular. Dat zijn 10 ballen met saus. Nu hij had nog 16 ballen liggen en wou sluiten. 6 ballen krijgt ge toch ni verkocht en nieuwe ballen maken zat er niet meer in. Dus had hij een optie om die oftewel weg te gooien oftewel aan ons geven. Hij vroeg niets en begon gewoon die ballen allemaal in te pakken. En hij vroeg er niks extra geld voor. Op dat moment leek het ons wel vriendelijk om gewoon iets meer te betalen en het wisselgeld niet terug te nemen. Dat was voor hem een belediging. Zijn gelaatsuitdrukking vergeet ik nooit meer. Voor een service betaalt ge niet! Dat is een geste van de man naar de klant en dan klopt het niet om daar geld voor te krijgen. Gevolg was dat hij mijn arm vast nam en het geld mij in de hand drukte. Dat weten we dan ook alweer…

Dag 13

De dag dat we Kyuushuu inruilen voor Shikoku, een 3de van de 4 grote eilanden. We zouden de ferry pakken vanuit Beppu naar Yawatahara en van daaruit liften naar Kouchi, zuidelijk in het midden van Shikoku.
De ferry was grappig. Ge zoudt stoelen verwachten om op te zitten, nee hoor! Niet in Japan! Een aantal met tapijt bedekte vlakken om daar dan op de grond te zitten. Was wel gezellig! Ik heb daar goed geslapen.
Wat in Shikoku wel snel duidelijk was, is dat ze daar nog niet echt klaar zijn voor de liftende gaijin. Weinig mensen die stoppen, veel mensen die vaart minderen om eens goed te kunnen kijken en wijzen naar de liftende gaijin. Wie is er dan de vreemde?
Nu, uiteindelijk is het de aanhouder die wint. Er stopt altijd iemand! En als iemand stopt, dan is dat meestal ook een erg vriendelijke mens. Zo ook meer dan duidelijk in Shikoku! Lift 34 was van 2 vrouwen die ons helemaal naar een oprit van de autostrade gebracht hebben, om dan zelf tot de beslissing te komen dat deze niet goed is om op te liften (hoewel de plek ideaal was…) en dat er een pak verderop (verder weg van ons doel) een veel betere plek was om te liften. Onderweg hebben ze ons alles verteld over een bekende schrijver die daar heeft gewoond. Hij is bekend, maar mijn interesse in Literatuur in het algemeen is al niet van een hoog pitje, dat ik de naam niet meer weet. Ik kende hem wel, alle ik had er al van gehoord… De plek waar we werden afgezet was levensgevaarlijk. Ze hadden gelijk over het feit dat er veel auto’s voorbijkomen (lees: voorbijrazen) maar plek om veilig te stoppen was er niet, de pechstrook van welgeteld 1 meter buiten beschouwing gelaten. Het veiligste plekske dat we vonden genomen en onze liftreis verdergezet.
Het is uiteindelijk dan weer gelukt. Een vrouw deed teken dat we verder moesten gaan en om de bocht moesten gaan om veilig te kunnen instappen. Het was veilig, maar ge moest gevaarlijke toeren uithalen om nog op de autostrade te geraken. Dat was niet nodig, want Lift 35 nam geen autostrade. Op ons plaatje stond Matsuyama, een tussenstation om uiteindelijk in Kouchi te geraken. Deze vrouw ging naar Matsuyama maar vond dat de autostrade te duur is (zei de vrouw die in een nieuwe auto rijdt die op water loopt en bijgevolg peperduur is!!!). Ze begreep ook niet echt dat we helemaal niet in Matsuyama moesten zijn want ze bleef maar vragen waar in Matsuyama we zouden slapen.
De vrouw was een bejaarde praatzieke vrouw die iemand nodig had om tegen te spreken. Lees het niet verkeerd he! Ik zei niet ‘met’! Ik zei ‘tegen’… Het was verre van een conversatie. Monoloog is een beter woord. En die hare bebber heeft geen 5 minuten stilgestaan. Ongelooflijk! En ze wou ons alles laten zien wat er tussen Matsuyama en Yawatahara te zien valt. Toegegeven, het kabukitheater in Uchiko was echt wel de moeite! Maar de rest was rotzooi. En het gedacht dat ge nog tot in Kouchi wilt geraken, deed niet veel goed met uw zenuwen. Een rit die normaal gezien een half uurke zou duren over de autostrade, heeft 3 uur en een klets geduurd in een auto met een praatzieke vrouw die niet kon autorijden. En die de hele tijd de GPS aan het negeren was. ‘ze kende de weg beter’ zei ze dan. 3 keer verkeerd gereden… Jaja, ma we zijn wel ergens in Matsuyama aan een oprit van de autostrade geraakt, nog erg ver weg van ons doel. En het schemerde al… Daar hebben we echter niet lang gestaan. Lift 36 was een tandarts die ons tot vlak voor de splitsing heeft gebracht. Gezellige man, maar veel zin in babbelen (vooral luisteren…) hadden we niet meer. Toch ons best gedaan en er een toffe rit van gemaakt. Toen we in de PA stonden om naar Kouchi te liften was het ondertussen al donker geworden en de meeste auto’s moesten niet naar Kouchi maar naar Takamatsu. Wij wilden absoluut naar Kouchi zodat we het er toch op gewaagd hadden. Jammer genoeg kwam er geen respons op. Niemand moest naar Kouchi, en er was al zo weinig volk. We besliste om nog op 5 auto’s te wachten en als er dan niemand stopt, dan zouden we toch richting Takamatsu moeten gaan. En de 5de auto stopte! Lift 37 was een man, Matsutani Akira, die helemaal naar Kouchi moest gaan. Hij werkt in het ministerie van binnenlandse zaken en media (soumushou) en is sinds 2 jaar van Tokyo naar Kouchi overgeplaatst. Daar woont hij sindsdien. Hij was een erg intelligente kerel! Afgestudeerd op Toudai (beste universiteit van Japan, vergelijkbaar met Oxford, Cambridge, Harvard…) binnen de 20 beste van zijn jaar. Ongelooflijk!
Hij heeft ons dan helemaal tot de jeugdherberg gebracht en ons uitgenodigd om samen te gaan eten. We hadden gehoord van Katsuo no tataki, rauwe vis die een tijdje boven een vlem heeft gehangen en zo wordt opgegeten, en wilden dat gaan proberen. Wij zitten echter vast aan een budget, dat we niet al te duur kunnen gaan eten. Hij wist dat, we hadden het er over gehad. Hij heeft ons dan meegepakt naar een van de betere sushirestaurants van de stad, en de bestelling in eigen handen genomen. Ik heb me nog nooit in mijn leven zo vol gestoken met rauwe vis en andere rommel zoals viseieren, slakken en oesters ed. En die Katsuo no tataki was de beste viservaring die ik in mijn leven heb meegemaakt! Rauw vanbinnen en gerookt vanbuiten. Een perfecte, sublieme combinatie die ik zelfs lekkerder vind dan vlees. Als ik in een restaurant moet kiezen tussen een lekker lamskoteletje of die Katsuo no tataki, dan zou ik voor het laatste gaan. Echt waar! Heerlijk!
Wij mochten ons achteraf niks aantrekken van de rekening, en na ons voorval met de takoyaki, heb ik ook niet aangedrongen. Jammer voor hem, interessant voor ons was dat de ober aan tafel zei hoeveel het was. Een dikke 4000 yen de man. Ongelooflijk dat ge dat doet. Ik zou in België nooit van mijn leven een bende lifters trakteren op zoiets duurs! Ondenkbaar! En daarvoor zit ik in Japan en ik moet zeggen dat ik er wel van hou! Heerlijk!
Het was tijd om te gaan slapen en onze vriend Akira had voorgesteld om de volgende dag in de voormiddag ons een rondleiding te geven in Kouchi. Het kasteel, de zondagmarkt, het strand en hij zou ons daarna afzetten aan de oprit van de autostrade. Jazeker zijn we daar akkoord mee gegaan!

Dag 14

Dus die ochtend om 9 uur ofzo stond Akira aan de deur en zijn we naar het kasteel gegaan. Het was zondag en dan is er blijkbaar nogal wat toerisme in Kouchi. Gevolg is dat er zelfs, gratis, Engelstalige gidsen ter beschikking waren. Fijn zo!
We hadden wel al vrij veel kastelen gezien tot dan toe, dat dees nu niet echt zo geweldig meer was. De gidsen geven wel een meerwaarde aan het gebeuren. Grappig was ook dat Akira perfect engels blijkt te kunnen spreken. Geen woord dat hij ooit gezegd heeft tegen ons in het engels en met die gids begint hij ineens in het perfect engels den uitleg te geven van dingen die de gidsen zelfs niet weten. Nu bleek dat hij dat engels allemaam zelf heeft geleerd. De basis grammatica in school, maar ze leren hier niet spreken. Dat heeft hij op zijn eentje geleerd. Zoals ik al zei een erg intelligente kerel van wie studeren en meer weten over iets een hobby is. En hij zuigt het op als een spons. Geweldig.
Daarna zijn we een beetje gaan rondwandelen op de zondagmarkt, die al 300 jaar op dezelfde plek wordt gehouden op zondagvoormiddag. Was wel tof sfeertje.
Na de markt zijn we naar Katsurahama gegaan wat een strand is dat heel bekend is in Japan. Perfect om een tsukimi (gaan kijken naar de maan) te doen. Dan zijn we nog iets gaan eten en heeft Akira ons afgezet op de oprit van de autostrade.
Daar zijn we vrijwel onmiddellijk opgepikt, Lift 38, door een oudere man met zijn nog veel oudere moeder. Eindbestemming was Ikeda waar er ergens helemaal bovenop een berg een tempel is waar een jeugdherberg is ingebouwd. Dit leek ons wel cool, rustig om eens te doen. Die kerel moest daar helemaal niet zijn, maar had wel zin om op de terugweg naar huis, een klein tripje te maken naar de berg. Heel aangename vriendelijke mensen die niet konden geloven dat wij Japans konden.
De jeugdherberg was echt vlak naast een tempel, op hetzelfde domein. Het was een prachtige omgeving! Prachtig zicht! Alleen jammer dat die monnik en zijn vrouw liefst zo weinig mogelijk met ons in contact wilden komen. Ik voelde mij echt als een indringer in een leuk sfeertje die niet wordt geapprecieerd. Daar heb ik me dan niks van aangetrokken, en hun ook links laten liggen.
Daar op de berg hebben we het vooral erg rustig aan gedaan en genoten van onze laatste nacht weg van thuis. We misten Osaka wel een beetje en hadden ook wel goesting om naar huis te gaan. (jaja, Osaka is al een beetje thuis geworden…) Het is heel erg leuk, zo op vakantie gaan, maar het kruipt ook wel in de kleren.

Dag 15

Een lange, moeilijke trip naar huis stond op het programma. De monnik Lift 39 heeft ons afgezet aan de weg die naar Takamatsu gaat en weigerde ons af te zetten aan de autostrade omdat het volgens hem onmogelijk was. Nu, japanners vinden liften in het algemeen onmogelijk, en wij zijn overal weggeraakt in een vrij aannemelijke tijdsspanne, dat we zijn ‘onmogelijk’ niet echt geloofden. Hoewel er nog een splitsing is die het voor ons moeilijk maakte om een lift te vinden, zijn we er toch aan begonnen. En we kwamen al snel tot het besef dat het inderdaad erg moeilijk gaat zijn om daar de autostrade op te raken. Erg weinig auto’s en nog minder auto’s die interesse toonden in ons… Dus hebben we niet de koppigaard uitgehangen en zijn we naar de kleine weg gegaan om toch de raad van de monnik op te volgen.
Ook daar heeft het lang geduurd (in totaal die ochtend anderhalf uur!!!) vooraleer er een auto Lift 40 voor de 2de keer passeert en ons meeneemt. Een jong koppel zat erin die echt wel heel toffe mensjes waren. 27 jaar waren ze als ik mij goed herinner. Takamatsu staat bekend om zijn Udon (soort Japanse noedel) en in dat genre is er een restaurantje dat overal bovenuit steekt, en waar er zelfs een mensenrij van wel 150 à 200 meter staat aan te schuiven om daar te kunnen eten. Ze hebben ons dan getrakteerd op die inderdaad erg lekkere Udon, en ons na foto’s te hebben getrokken (zij stond erop… en deed ons beseffen dat dat ook wel tof zou zijn geweest als we dat ook hadden gedaan), hebben afgezet aan de oprit van de autostrade.
Van daaruit wouden we liften naar de Oonarutohashi, de 7 of 8ste grootste tuikabelbrug ter wereld en daaronder omdat de zeeengte zo smal is, komen 2 keer per dag draaikolken voor. Dat wilden we wel gaan zien en een auto met 3 salary-men Lift 41 hebben ons helemaal tot de ingang gebracht. Bleek dat we 2 uur moesten wachten vooraleer er iets zou gebeuren. Bon, dat hadden we ervoor over. Nu, de ijsjesverkoper had daar zo zijn eigen idee over. Hij zei dat als het geen volle of nieuwe maan is, er eigenlijk niets meer te zien is dan een iets wildere zee. Maar de draaikolken die zo bekend zijn, vinden niet plaats. Dus hebben we daar maar niet op gewacht en doorgegaan naar de oprit terug (anderhalf uur wandelen…).
Daar hebben we weer even gestaan vooraleer er 2 gekke vrouwen (waarom zijn gekke vrouwen altijd met 2? Lesbisch?) Lift 42 ons konden meenemen tot op de SA vlak over de brug. Van daaruit met Lift 43 helemaal tot de Awaji SA vanwaar ge een zicht hebt op de ‘Pearl Bridge’ ofte de ‘Akashi Kaikyou oohashi’, de langste tuikabelbrug ter wereld met zijn net geen 4 km. En inderdaad, dat zicht was de moeite waard! Het zou nog mooier worden als het donker is, maar dan zouden we van daaruit in het donker moeten liften wat wel eens een risico zou kunnen zijn… We hebben het er toch op gewaagd en het was zeer de moeite waard! Een prachtige brug! Foto’s zeggen genoeg…
Dan was het terug liften geblazen tot Suita SA. Dit was geen makkelijke! Alleen mensen die naar Kyoto of Nagoya gaan komen daar voorbij. En dan nog, er zijn 2 manieren om naar Kyoto of Nagoya te gaan: oftewel door de metropool Kobe-Osaka en het erg druk hebben; oftewel eromheen wat meer kilometers zijn, maar wel sneller is. En alleen de eerste methode is langs Suita SA. Dus we zouden al veel sjans hebben dat er mensen én naar Kyoto of Nagoya gaan, én dan nog eens die weg nemen, én dan nog eens ons willen meenemen. Gevolg was dat we er na een uur, nog steeds stonden en de moed een beetje aan het opgeven waren. Staan met een bordje bleek niet te helpen, dus misschien dat we het er toch op moeten wagen om mensen met Kyoto of Nagoya op de nummerplaat aan te spreken en zo een lift te fixen. Op het moment dat we onze rugzakken op onze rug hadden riep de man die aan het tankstation ons. Hij ging naar Nagoya en wou ons wel meenemen. Nu hij ging eromheen en dus niet zo goed voor ons. Wij wilden daar weg geraken en ik probeerde dus tot een of ander oplossing te komen met deze man. Ons eigen plan een beetje herzien ofzo. Ineens out of the blue zei hij dan dat hij er wel door zou rijden en ons in Suita SA af zou zetten. Heerlijk! Onze laatste rit was gesettled. Ware het niet dat op dat eigenste moment aan onze andere kant een auto stopte die ook Nagoya reed en sowieso erdoor ging gaan. Dan heb ik die 2 het onder mekaar maar laten beslissen en het is het koppel geworden dat er sowieso door ging rijden. Dus 2 keer, op het moment dat we het niet meer zagen zitten, is er de oplossing gekomen uiteindelijk! Fijn als het zo loopt!
Lift 44 en tevens de laatste lift, was met een man met zijn vrouw, waarvan de kerel geboren en getogen is in Suita, en daarom ons zo graag wou meenemen. Geen sprake van dat hij ons aan de SA afzet! Daar waar we moesten zijn, daar zou hij ons afzetten. Onderweg heeft hij ons eerst nog een deel van Osaka laten zien met de auto, en zo zijn we dus terug beland aan de grote ingangspoort van ons eigen universiteit. Vertrokken en geëindigd in Kandaimae. En fantastische dingen meegemaakt!!!


Zo, dit was mijn verhaal. Het is uiteindelijk veel te lang geworden, maar het was zo een geweldige reis dat ik eigenlijk gewoon ben beginnen schrijven en dit is het resultaat geworden. 18 A4 bladzijden vol… Geen idee hoe ik het heb gedaan, maar ja…
Ik hoop dat u ervan genoten heeft! Ik ben alleszins blij dat hij eindelijk af is geraakt.

En aan alle mensen die ooit durven zeggen dat liften geen optie is, die heb ik bij deze ongelijk gegeven! Liften in Japan is een aanrader! Als ge een beetje Japans spreekt en ge zit in Japan, dan zou ik echt zeggen: Doen!!! Ge maakt geweldige dingen mee…

Als laatste zou ik Hilde willen bedanken om indertijd te beslissen om mee te gaan. Het waren geweldige 2 weken! Merci

Vele groeten aan iedereen

Michael in Osaka, Japan

West-Japan in 44 liften (deel I)

Beste mensen,

Ongetwijfeld heeft u mij gemist! Het is dan ook een tijdje geleden dat ik nog iets van mijn avonturen verteld heb… Zeker niet omdat er niks is gebeurd! Integendeel, juist omdat er keiveel is gebeurd, heb ik deze blog een tijdje uit het oog verloren.
Vandaag zal het gaan over mijn belevenissen tussen 14 en 30 januari. Ik ben namelijk met een Belgische collega japanologe gaan liften naar het Zuiden. Onderweg zijn er geweldige dingen gebeurd, en om al die ervaringen een plaatsje te gunnen, ben ik een beetje verplicht om er een erg lange blog van te maken (en het is ook echt een erg, erg lange geworden!) Dus voor al degene (en vooral Philippe) die niet graag lange blogs lezen, zal ik vandaag beginnen met het einde:”…en zo zijn we dus terug beland aan de grote ingangspoort van ons eigen universiteit. Vertrokken en geëindigd in Kandaimae. En fantastische dingen meegemaakt!!!”
Voor al de mensen die hier genoegen bij nemen, tot blogs!

Voor de mensen die iets meer interesse hebben in mij en mijn belevenissen hier, zal ik dan beginnen bij het begin. OK, daar gaan we:

Vertrokken in het mooie Kandaimae met slechts een vaag idee wat we wilden doen. We zouden naar Suita SA (Service Area) wandelen en van daaruit naar het Zuiden trekken. Het enige doel dat we hadden was Kaap Sata bereiken. Sata is het meest Zuidelijke punt van Kyushu. Kyushu is een van de 4 grote eilanden.

Dag 1

Bon, eigenlijk totaal niet wetende of we eigenlijk wel te voet op een SA kunnen geraken of niet, zijn we er toch maar heengetrokken en gehoopt dat het mogelijk is. Eigenlijk niet… Er was enige ‘tresspassing’ nodig. Een hek dat in de weg stond, zijn we over moeten klimmen. Stap 1 was dus gelukt: we zaten op een SA. Nu beginnen liften. Dat was andere koek. Een duidelijk beeld van hoe het in zijn werk gaat hadden we niet. We dachten dat het misschien het beste is om gewoon vlak op de man af naar de mensen te gaan en te vragen waar ze heen gingen en of we niet mee konden rijden. Resultaat was een auto met boze salary-men, en een jongedame die niet eens wist waar ze heen gingen. Het was maw een aanpak die niet erg geapprecieerd werd. Een 2de methode was gewoon aan de uitgang van die SA gaan staan met een papier waarop stond waar we heen wilden. Nu dat lijkt vrij simpel, ware het niet dat we vlak onder een kruising zaten en dat 99 % van de mensen naar Kyoto gingen ipv westwaarts. De vriendelijke man van het tankstation had ons de raad gegeven om eerst richting Kyoto te gaan en van daaruit naar de andere kant te gaan en terug te liften. Dat was blijkbaar een beter idee en zo hebben we het dus gedaan. Eerst 40 km uit de richting om beter te kunnen liften. Lift 1 Een beetje geholpen denken we door de vriendelijke tankstationman, maar we konden voor een eerste keer mee met een vriendelijke kerel die richting Kyoto ging. We waren vertrokken. Om een of andere reden, heeft hij ons ook nog een enveloppe in de handen geduwd met een briefje van 5000 yen erin (dikke 30 euro). Fijn zo! Ons jeugdhotel van die avond was ook weer grotendeels betaald. Lift 2 was eigenlijk nauwelijks de moeite om te vertellen. Geen idee meer wie het was en het was ook maar 8 km verder. Maar wel fijn omdat daar een fijn, ouder koppel onze Lift 3 bleek te zijn. Helemaal terug die 32 km en dan nog eens helemaal door tot vlak voor een nieuw knooppunt. Daar aangekomen hebben ze ons getrakteerd op een koffie en zijn ze terug op pad gegaan. Ze gingen naar een ‘onsen’ (uitleg volgt later) en wouden daar zelfs 100 km voor rijden… Het liften bleek wel goed te werken, dus het begon wel een beetje duidelijker te worden waar onze eerste overnachting zou plaatsvinden. We zouden gaan voor Okayama. Daar is een kasteel en een tuin die wel de moeite bleken te zijn, en het jeugdhotel werd geprezen door den Heilige Boek, de LP (Lonely Planet, bedankt Freddy en Francine!).
Lift 4 was van een vrij rijk koppel waarvan de kerel een lichtgroen (lelijk) truitje aanhad en de een sigaret na de andere opstak. Zijn vrouw deed de hele rit niets anders dan goedkeurend knikken wat haar man te vertellen had. Heel vriendelijke mensen hoor, het zijn vooral deze dingen die opvallen en bijblijven. Het was ook al stillekes aan duidelijk aan het worden dat conversaties nogal eens veel dezelfde zullen zijn. Zaken die altijd zijn bovengekomen zijn: België en alles wat daarmee te maken heeft zoals chocolade, bier, onze 3 talen,…, dat we erg goed Japans spreken, wat we doen in Japan en waarom we deze studie doen. Deze dingen zijn denk ik in elke rit ter sprake gekomen.
Een laatste lift van de dag, Lift 5 was een schitterende afsluiter van een nog veel schitterendere dag. Een man, wegenwerker of zoiets en een auto nog veel vuiler en rommeliger dan mijn kamer toen ik een 15 jarige puber was. Ontzettend! En natuurlijk lagen er vanachter onder zijn zetel boekskes (ge weet wel he, boekskes…). Grappig dat stereotypen van thuis ook hier gelden. Deze man was supergeïnteresseerd in al onze zaken. Heel erg goed merkbaar door het feit dat hij over heel de rit zeker 1000 keer ‘hai’ heeft gezegd. Bij alles wat we zeiden zei hij dan:”hai hai hai hai hai hai hai hai hai…”. Best wel grappig op dat moment. Hij heeft ons dan helemaal tot Okayama station gebracht, vanwaar we de bus namen tot de jeugdhotel. Een prachtig, gezellig kamerke, Washitsu (japanese style room, met nen tatami en papieren deuren…) voor ons 2.
Een eerste dag liften zat erop. 250 km hebben we afgelegd en ons eigenlijk nergens gehaast of zitten opjagen. Een zeer geslaagde 1ste dag.

Dag 2

Natuurlijk is liften niet het enige dat ons interesseert. Als ge ergens zijt, dan moet ge toch zeker ook een beetje de toerist uit hebben gehangen. Ons plan was dus om vroeg op te staan en dan wat te gaan sightsee’en aan het kasteel en de tuin. Het kasteel was van buiten echt wel cool om te zien, maar binnenin was het een beetje te modern ingericht. Als er zelfs een lift ingebouwd is, dan kunt ge niet meer echt zeggen dat het authentiek is… De tuin ‘Kouraku`en’ wat “tuin waar het plezier later komt” wilt zeggen, was een prachtige tuin. Werkelijk, ik was er meteen verliefd op geworden. Dat, zelfs als het gras bruin is en er nergens blaadjes hangen aan de bomen. Hier ga ik sowieso terugkomen in de lente. In ieder geval!
Als we om 11 uur terug konden zijn aan het jeugdhotel, dan zou de hotelmanager ons een lift kunnen geven Lift 6, tot aan de PA (Parking Area) in de buurt. Hij ging even naar huis, en dat was die richting uit… dus hebben we dat niet aan onze neus voorbij laten gaan! Zo stonden we terug op een PA, klaar om helemaal naar Hiroshima te gaan. Lift 7 was van een koppel van een beetje een vieze iets dikkere man die om een of andere reden een behoorlijk knap dingske op de kop heeft kunnen tikken. Waarschijnlijk omdat het gewoon een erg aardige man is. Liefde maakt immers blind… Behalve dan, wat dan weer mijn geluk is, als uw lief echt een lekker, knap ding is. Lift 8 was tot hiertoe de plezantste van heel den hoop. De auto stopt en wij waren klaar om in te stappen, stapten vanuit de achterbank nog eens 2 man eruit. Geen idee hoe wij dar nog bij gaan kunnen geraken. Blijkbaar zijn die japanse auto’s halve wonders. Vanbuiten klein, en vanbinnen groot. Bijna magisch! Het waren dus 4 salary-men die mij hebben doen beseffen dat het ‘harde’ werken niet zo hard is als wij denken. Zeker en vast kloppen ze lange dagen, maar hard werken zit er blijkbaar niet in. De een koffiepauze na de andere. Een erg leuke sfeer en erg goed kunnen babbelen over bepaalde problemen waar Japan aan lijdt. Zoals bijvoorbeeld Yasukuni (zoek maar op op Wikipedia.org als ge der interesse in hebt, ik ga hier niet de hele uitleg doen…). Die mannen zijn daar nog nooit geweest, hebben dat museum nog nooit gezien en zitten wel te verkondigen dat de premier er heen MOET gaan. Iedereen die daar niet mee akkoord gaat is fout, zoals de Chinezen en Koreanen. Het grappigste (eigenlijk schandaligste) wat daar gezegd is geweest is het volgende: “中国は絶対だめだよね”, “Chuugoku ha zettai dame da yo ne” , wat in die context eigenlijk op “vuile kutchinezen” neerkwam. En iedereen gaf hem gelijk! Daar stond ik even van te kijken.
Maar we hebben goed kunnen lachen met die mannen en het was een zeer aangename rit helemaal tot in Hiroshima zelf. Dus met 3 liften er geraakt, en meteen onze zoektocht naar het jeugdhotel begonnen. Een beetje een omweggeske gemaakt om de ‘peace memorial cathedral’ te zien. Het bleek uiteindelijk een gewone kerk te zijn, wat hier in Japan niet echt gewoon is… Dan door naar het jeugdhotel, wat niet echt een senicure bleek te zijn. In de straat waar het ‘Aster plaza Youth Hostel’ lag was er eigenlijk niet echt een gebouw te bespeuren dat op een jeugdhotel leek. Een aantal vette gebouwen zoals een bibliotheek, een cultuurhal enzo. Dus uiteindelijk 3 keer voorbij het gebouw gelopen omdat we niet echt konden geloven dat het daar is. Zeker al niet toen we, toen we binnen gingen, een aantal gigantische lusters zagen hangen. Erg sjiek gebouw en daarin is dus ook het goedkoopste jeugdhotel te vinden, met erg degelijke kamers, dicht bij de dingen die ge moet zien in Hiroshima. Maar dat zou niet voor vandaag zijn. Het was al vrij laat en we trekken een dag langer om Hiroshima op het gemak te kunnen bezien. We zijn nog naar het kasteel gegaan, maar het was al te laat om nog binnen te kunnen. Dan zijn we iets gaan eten en drinken in een Izakaya, wat echt wel tof was. Eerlijk gezegd, ik kende Hilde niet echt. En op die paar dagen is dan gebleken dat deze meid echt wel goed meevalt. Een ideale keuze zeg maar, om zo een reis mee te beginnen hier in Japan.
En in die erg sjieke kamer hebben we goed geslapen.

Dag 3

Liften zit er dus vandaag niet in. Het Peace Memorial Museum, het Peace Memorial Park en de Genbaku-Dome (een gebouw dat niet is heropgebouwd na de bom en dat nu een monument is geworden) stonden op het programma voor de bom, en dan wilden we het kasteel nog gaan bezoeken. Daarna hadden we afgesproken met Ougata-san, iemand die we hebben ontmoet op het CM-festival en die in Hiroshima woont. Hij had niet gezegd dat we zeker konden blijven slapen, en hoewel ik een voorzet ertoe heb gegeven, is hij er niet op ingegaan. Dus zou het blijven bij samen okonomiyaki (plaatselijke specialiteit) eten.
Het ‘Peace Memorial Museum’ is zelf ook een bom. Een bom die erg hard inslaat op een mens’ perceptie van oorlog. Het is zeker een museum die de bedoeling heeft om u te doen walgen van oorlog, maar ik moet zeggen, man, daar slagen ze goed in. Heel het verhaal van Hiroshima en oorlog vanaf 1868 tot de bom om 8.15h op 6 augustus 1945. Als ge in dat museum de tijd neemt om alles op het gemak te bezien, loopt ge er gemakkelijk 4 uur in rond. En het slaat in op u als een hamer. Niet zozeer het verhaal, maar de kleine verhaaltjes en anekdotes van mensen die het hebben overleefd. En bijvoorbeeld uurwerken die allemaal zijn blijven stilstaan op 8.15h. Mensen die half weggesmolten zijn, schaduwen die zijn weggebrand op de muren en straten,… Erg aangrijpend allemaal. Het gaf mij allemaal een beetje het gevoel dat ik ook had toen ik in Auschwitz een rondleiding heb gekregen. Waarom doen mensen mekaar zo een dingen aan? Wat ik wel nog erg geweldig vond, was dat de burgemeester sinds 1968 tot nu, bij elke kernwapenproef een protestbrief schrijft naar de verantwoordelijke van deze proef, de baas van het land (premier, president,…).
Het park dat hierop aansluit (ontworpen door Tange Kenzo) heeft ook een aantal toffe dingen. Zoals de vlam die pas zal gedoofd worden als alle kernwapens ontmanteld zijn, en het gedenkteken voor slachtoffers die er wereldwijd vallen aan kernenergie.
De Genbaku-dome was dan een overblijfsel die u een vaag idee geeft van de omvang van dat alles. Om eerlijk te zijn, we zaten er een beetje door (vooral emotioneel dan) dat we er niet meer aandacht aan hebben besteed dan nodig. We zijn dan naar het kasteel gegaan, wat weer een moderne kopie bleek te zijn van de oude… Was wel cool, zeker by night.
Dan was het eindelijk tijd om de befaamde Hiroshima-yaki te eten. Hiroshima-yaki is de plaatselijke variant van okonomiyaki, een soort van pannekoek met kol erin en alles wa ge der nog bijkiest: vlees, inktvis, scampi’s, kaas,… vanalles. Heerlijk! Het super-wondermooie aan Hiroshima en haar okonomiyaki is okonomimura (foto). Een gebouw waarvan 2 volledige verdiepen gewijd zijn aan alleen maar okonomiyaki keten. Fantastisch!Alsook het gezelschap! Van de lieve meneer Ougata wist ik eigenlijk alleen nog maar de naam en gegevens. Hoe hij eruit zag en wie het nu weer exact is, dat wist ik al lang ni meer… Dus het was wel een beetje spannend om te zien of ik hem wel herkende. Gelukkig kwam hij niet alleen. Die gekke flosh van op het festival was er ook bij en die herkende ik maar al te goed, gekke flosh als ze is. Alleszins haar naam waren we vergeten en toen we dat vroegen, bleek dat ze sinds kort ook Ougata heet. Wij even verstomd. Bleek nu dat Ougata geen voornaam is, maar een familienaam en dat deze 2 frisse, jonge mensen onlangs getrouwd zijn. Heerlijk toch!
Het was een erg gezellig etentje, en de Hiroshima-yaki is geweldig lekker! Het verschilt een beetje van de Osaka-versie, wat het des te interessanter maakt.
Zij betalen, wij gelukkig. Dan is het tijd om op het gemak naar huis te wandelen en op het gemak bedje in te kruipen, na een doucheke en de voorbereiding voor de volgende dag.

Dag 4

En die dag was schitterend. We zijn vanuit Hiroshima met de tram en de ferry naar Miyajima (een eiland linksonder Hiroshima) gegaan waar er een erg bekend schrijn staat met een nog bekendere Torii (ingangspoort van een schrijn). Utsukushima-jinja en de ‘Floating Torii’. Floating omdat hij in de zee staat. Nu, het bleek dat die pas in het water staat als de getijden een beetje meezitten. Volgens de Heilige Boek is de kans groter dat hij in de modder staat dan in het water. Hilde en ik blijken geweldige gelukzakken te zijn. Hij stond in het water en het was prachtig weer. Wat voor hele mooie foto’s heeft gezorgd. Het was echt wel een cool schrijn en die torii was ook zeer de moeite. Plaatselijke specialiteit bleek ‘yakigaki’ te zijn. Yaki is gebakken, kaki is oester. Dus dit eten was een must, en we hadden er geen spijt van. Gebakken oesters zijn een delicatesse! Veel beter dan zijn slijmerige, rauwe tegenhanger. Heerlijk!
Van daaruit begon ons liftavontuur verder. Vandaag richting Shimonoseki, helemaal op het eind van Honshuu, het hoofdeiland van Japan. Van de tram naar een klein dorpje (eigenlijk nauwelijks een dorpje te noemen…) dat volgens de kaart wel vrij dicht bij een SA ligt. De weg gaan vragen in een klein winkeltje naast het station, en de hele uitleg eerst van een oude vrouw gekregen die dan vond dat haar even oude man het nog eens moest uitleggen. Dan opeens stelde hij voor om de Gaijin eens te helpen. Dus Lift 9 was een feit. En het was de eerste keer dat ik een auto in Japan zie, die geen automatiek heeft. Het gevolg daarvan is een toerenteller die constant zwaar in het rood stond. Grappig!
Lift 10 was meteen raak. Meer dan de helft van de af te leggen afstand. En het was een zeer aangename, toffe kerel. Hij maakte zuigsystemen om sigarettenrook weg te krijgen. En hij was de man die ze op verplaatsing (over heel het land) moest gaan repareren. Dus dat hij verschillende dagen ver weg is van huis, maakte deze man erg eenzaam bij tijden. Dat was de reden waarom hij ons de lift aanbood. Toen ik hem vroeg wat zijn vrouw daarvan vindt was het antwoord: “Dat is nu eenmaal mijn werk. Niks aan te doen…”.
Tot vlak voor de splitsing heeft hij ons gebracht en van daaruit hebben we een lift gekregen Lift 11 van 2 salary-men tot vlak na de splitsing. Lift 12 was van een schooljuffrouw die in Shimonoseki woont en een klein honderd km verder werkt. Het systeem in Japan is dat ge ergens in een school werkt voor een 5 à 6 jaar en dat ge dan wordt overgeplaatst naar een andere school. Waarom dit zo is wist ze zelf niet echt te zeggen. Ik stond wel een beetje verbaasd over bepaalde dingen, zoals bijv. de grootte van de klassen. Wegens plaatsgebrek om scholen te bouwen, is een klas met 40 geen uitzondering. Probeer daar als leerkracht maar rust en kalmte te bewaren. Dat zou in België niet waar zijn denk ik. Misschien nog in het lager, maar in het middelbaar met 40 puberende ettertjes (zoals ik zelf ook was…) voor u, kan ik mij inbeelden dat ook de leeftijd waar leerkrachten depressief worden een pak lager zou zijn, en er dus meer werk wordt gecreëerd… Het is zo wel niet, maar wel een interessant idee, niet? Een goed voorstel om ook in België de werkeloosheid te drukken. (graad van educatie buiten beschouwing gelaten, uiteraard)
Het jeugdhotel was een ‘dorm’-principe. Mannen en vrouwen apart in een zelfde kamer met vreemde mensen. Toen we hem zeiden dat we de volgende dag naar de ‘Karato Ichiba’ gingen om 5 uur ’s morgens, veranderde hij van mening en wist uit het niets nog een 2 persoonskamer uit zijn mouw te schudden. Het coole in Shimonoseki is de ‘Kaikyou Oohashi’, de 10 of 11de langste tuikabelbrug ter wereld. En ’s nachts is hij erg mooi verlicht. Het fijn was dat er ook een berg was met een view point bovenaan. Dus wij een serieuze wandeltocht begonnen om daar te geraken en erg gezellig van ons avondeten te genieten met een zichtje op de stad en de brug. Erg mooi!

Dag 5

Opstaan om half 5 om naar de vismarkt te gaan en fugu te eten. Fugu aka kogelvis aka pufferfish aka blowfish aka ‘vis-waarvan-ge-kunt-sterven-als-het-verkeerd-is-klaargemaakt-en-ge-dus-een-diploma-nodig-hebt-om-het-te-mogen-klaarmaken’ is het symbool van de stad. In Japan, als ge Shimonoseki zegt, dan denkt men ‘fugu’, en omgekeerd. Ge ziet dan ook overal tekeningen en standbeelden van die stomme vis. Het toppunt was de aanwijzing van man en vrouw op ’t wc, waar ne stomme vis staat afgebeeld met of een broek, of een rok. Op zo een moment denk ik dan dat ge die jappen eens een goei klets op de blote billen moet geven. Ze verdienen het door zo een dingen te doen! Nog iets grappig over de naam van die stomme vis. In Shimonoseki zeggen ze niet fugu, maar fuku. Dit omdat het woord fuguu wilt zeggen ‘misfortune’ en dus heel nauw ligt bij fugu. Fuku wilt dan weer ‘good fortune’ zeggen. Interessant toch he! Heerlijk!
De vismarkt was eigenlijk niet echt de moeite waard omdat we te laat waren. Om 1 uur ’s nachts gaat die open voor handelaars en vanaf 4 uur mogen particulieren binnen. Om half 6 is al het goeie al weg. Er was geen fugu meer te bespeuren. Wat wel erg cool was om te zien is de versheid van de vis. Bij een bepaalde vis haalde ze die uit de zee, in een emmer en snijden ze die dood en geven ze die al spartelend en hevig bloedend aan de klant. Hoe verser kunt ge vis hebben?
Van daaruit zijn we dan het stadje gaan bezichtigen en stond ik weer even verbaasd van hoe inventief jappen zijn als het op ruimte creeëren aankomt. Het station heeft 2 verdiepen. Niet alleen het station, heel het stationsplein en de buurt erom. Op gelijkvloers is er een immense bushalte en boven is dat het plein met een grasveldje en een fontein (onder constructie) voor de voetgangers. Met als gevolg dat ook de winkelcentra en hotels 2 ingangen hebben. Eentje op gelijkvloers en eentje vanboven… Fantastisch toch die jappen!
Daarna was het tijd om naar Kyuushuu (het zuidelijke eiland) te wandelen door de ‘Kaikyou Oohashi Tonneru’, ofte de tunnel onder de zee. 40 meter diep onder de grond en 800 meter lang. Het besef dat ge onder de zee aan het lopen zijt is een beetje beangstigend voor mij, maar niet voor die jappen. Die kiezen ervoor om in plaats van in de open lucht op een prachtige dag, te gaan joggen op en af in de tunnel met fake lucht, geen zon en een donker sfeertje. Ieder het zijn, maar dit slaat wel alle verbeelding vind ik.
Aan de andere kant de PA gevonden en tot de ontdekking gekomen dat het maar in 1 richting is, de richting terug naar Honshuu… Dus dat gedaan tot de eerste PA, van kant gewisseld en teruggekomen om de nacht en een paar dagen in Fukuoka te verblijven.
Lift 13 was van een vriendelijke salary-man die heel eerlijk was en zei dat hij ons niet zou mee hebben genomen moest er niet onderaan ons blad staan dat we Japans spreken. De weg terug dan, was een van de grappigste liften tot hiertoe. Lift 14 was van een oudere man die luisterde naar Engelse muziek van de jaren 60. Lollypop, Molly Malone en Clementine zijn er voorbeelden van. Natuurlijk had hij geen idee wat ze aan het zingen zijn, ma hij was toch aan het meezingen. Heerlijk grappig was dat! En dan heb ik het nog niet over zijn wenkbrauwen gehad. Gigantisch! Gestyled! Prachtig! Ze vertrokken in het midden van het gezicht en gingen dat tot in een punt naar schuin omhoog. Geweldig! Het was een superkerel dat hij ons een lift geeft, en ons wist te amuseren.
Op de PA waar hij ons heeft afgezet hebben we dan onze eerste problemen gehad met de High way Patrol. Zij vonden dat we te gevaarlijk stonden en dat we ergens anders moesten gaan staan. Het probleem was dat waar zij vonden dat we moesten gaan staan, maar 1/3 van de auto’s ons kon zien en de niet de mogelijkheid had om te stoppen, tenzij erg gekke toeren te moeten uithalen moest hij het toch in een vlaag gezien hebben. Probleem was dat die patrouilleauto bleef staan controleren tot we weg waren. Een sjanske was dan dat er inderdaad een kerel ons in laatste instantie nog heeft gezien en inderdaad erg gekke (gevaarlijke) toeren heeft uitgehaald om tot bij ons te geraken. Maar Lift 15 was een feit helemaal tot in Fukuoka. En dat was dan ook het enige positieve wat ik over die man kon zeggen. Nog nooit in Japan heb ik zo een irritante kerel gezien. Ik die dacht dat iedereen hier vriendelijk is en mekaar respecteert, kwam daar even met beide voeten op de grond. Deze man bleef maar bovenhalen dat we erg dankbaar moeten zijn voor hem wat hij wel niet doet voor ons en dat hij een geweldige kerel is dat hij dat doet en zo voorts. Verder was een vrouw ‘maar’ een vrouw en liep dus de conversatie tussen hem en Hilde door mij, want Hilde is een vrouwelijke Gaijin en is dus dom en niet in staat om een mening te vormen (en als het wel zo zou zijn, dan zou die mening toch niet serieus worden genomen) laat staan in staat zijn die mening dan nog eens in het Japans te zeggen. Echt een erg vervelende man.
Ik had gevraagd aan een kerel die ik wederom ontmoet heb op het CM-festival om daar te blijven slapen (hij had het zelf voorgesteld op het festival) en was nog aan het wachten op de echte afspraken. Ik had hem dan een mail gestuurd en was aan het wachten op antwoord. Die man van de lift vroeg dan ineens waar hij ons moet afzetten. Ik zei aan het station. Bleek nu dat er 2 stations zijn en hij moest weten welke. Ge probeert dan om zo beleefd mogelijk te zeggen dat het niet uitmaakt en dat hij er zo snel mogelijk heen moet gaan (ge wilt zo snel mogelijk uit die auto…), maar hij bleef doordrammen. Tot ik uiteindelijk heb gezegd dat we bij vrienden blijven slapen (grote fout van mij) en we nog niet precies wisten waar en wanneer. Hij heeft me dan laten bellen, neenee, hij heeft mij doen bellen naar die Masato en doorheen ons gesprek heeft hij mijn telefoon afgepakt en zelf het hef in handen genomen in het boertigste Japans dat ge u kunt inbeelden. Man ik schaamde mij. Tis nu ni da ik Masato erg goed ken, en dan begint hij daar in het plat, onbeleefd Japans tegen te spreken… Was ik blij dat die rit (na 3 en half uur!!!) eindelijk tot een eind is gekomen en we die man nooit meer onder ogen moesten komen! Kutkerel!

Masato is ons dan komen oppikken aan het station Lift 16 en we zouden bij Bouvier-san blijven slapen. Bouvier is de grote man, organisator en opstarter van het CM festival in Japan. Hij is een fransman en was nog tot eind van die maand in Frankrijk. Masato zit ook mee in de organisatie van het festival, en werkt dus bij Bouvier. Dat in zijn huis, waar het kantoor zich bevindt. Ongelooflijk dat Hilde en ik in iemands huis alleen mogen wonen voor een paar dagen. In se kennen ze ons niet. En toch laten ze dat toe… Heerlijk toch dat dat zo kan gaan. Daar moet het Japan voor zijn! En het was een prachtig huis! En een heel mooie kat, Popo. Het was ook wel fijn om de mensen van het CM festival terug te zien. Jammer dat ze ook daar in examenperiode zitten (kuchkuch) en dat hij ook nog zijn baito heeft (komt van het Duitse arbeit, en is een part-time jobke) en dus ons daar zowat onmiddellijk alleen heeft gelaten. De volgende dag gingen hij en zijn vrienden langskomen om een feesje te bouwen.

Wordt vervolgd...

dinsdag, februari 27, 2007

West-Japan in 44 liften (deel II)

Dag 6

Vandaag stond een dagje sightseeing op het programma in Fukuoka. Daar heb ik Jonathan voor ingeschakeld. Jonathan is een jaargenoot van mij die Leuven inruilt voor een jaartje Fukuoka.
Doorheen de stad gewandeld en gemerkt dat steden in Japan toch niet al te fel verschillen. Dezelfde winkels, dezelfde stijl straten,… Juust dat er een geweldig verhaal zit achter een van de wijken hier. Nakasu heet de wijk. Daar zat het vroeger vol met hoeren (en nog steeds een beetje schijnt) en aan een kant loopt er een rivier die de scheiding maakt van Nakasu en de rest van de stad. Aan de andere kant van Nakasu was een gewone weg. Wat hebben die jappen dan gedaan, om die hoeren in Nakasu te houden hebben ze die weg volledig uitgegraven en er een rivier gebouwd. Zo was het onmogelijk voor de hoeren om Nakasu te verlaten, maar als ge dan nood had aan sex, dan kon ge wel vrij Nakasu binnen. Heerlijk toch die jappen hun denkwijze soms!
Fukuoka Dome, Fukuoka Tower en naar het Oohori-kou`en gegaan. De Dome is de Baseball-dome van Fukuoka die schijnt best wel goed zijn, de Tower is een volledig glazen gebouw (best nog wel indrukwekkend maar niet zo plezant voor mensen met hoogtevrees…) en dat park is een cool, groot park.
Een lekkere pint gaan pakken samen met Minako aka Mina-chan (het vriendinnetje van Jonathan) en afscheid genomen. Het was wel een erg toffe, gezellige dag.
’s Avonds zou dus Masato met vrienden langskomen, maar die hebben we eigenlijk niet meer gezien. Ik heb hem nog een mail gestuurd, maar het antwoord was dat hij na zijn werk komt. Hilde en ik waren beide in slaap gevallen…

Dag 7

Zeker niet verwacht dat er ineens 3 mensen het huis kwamen binnengestormd omstreeks 4 uur, met hun handen vol met drank en sneuk. Zelf hadden we ook voor een deel gezorgd. Ge gaat niet met lege handen naar een feesje he… Het feesje was geweldig. Iyori, Ryuutarou en Masato zijn mensen van Kyuushuu en schijnt dat deze mensen kunnen drinken. En inderdaad, even oud als ik en ze kunnen ook even goed mee. Natuurlijk gebeurt het wel op een Japanse manier en genieten van uw drank zit er niet echt in. Alcohol dient niet om van te genieten, dat dient om dronken te geraken en liefst zo snel mogelijk. Wat is begonnen als een schraal feesje, is nog veel schraler geëindigd met hopen drank (bier, rode wijn, warme sake, warme shouchuu,… en dan allemaal door elkaar), mensen die vechten, andere mensen die massages geven met hun schouderblaren, wijnvlekken op mijn broek en nieuwe pull, mensenhopen om er foto’s van te trekken, en nog veel meer… Ik hoef hier niet in detail te treden. Het was een geweldige nacht en ochtend en omstreeks 11u is iedereen ergens gecrasht. Mijn plaats was de beste, de zetel. Heerlijk! En vanaf dat moment was het dan ook al erg duidelijk dat we de volgende dag niet op pad zouden geraken en dat we nog een nachtje extra ten huize Bouvier zouden slapen. En om eerlijk te zijn, een kater als die heb ik in eeuwen niet meer gehad! En ik was er nog goed aan toe zeg maar… hehe!
De hele dag geslapen en omstreeks 3 uur de volgende nachtwaren we al wa meer in staat om terug recht te staan en hebben we, Hilde en ik, een thee’ke gedronken in de keuken en terug gaan slapen om dan weer op pad te geraken. Het pad zou zijn eerst Kumamoto en dan kaap Sata om dan de hele toer terug te gaan naar Fukuoka. Dit omdat die Ryuutarou ooit stage heeft gelopen in een bekend sushi-restaurant ergens in Hokkaidou, en hij wou een sushifeesje geven en kon alleen maar die dag. Dus wij hadden een eerste en enige soort van deadline, die best wel een serieuze uitdaging is.

Dag 8

Nog steeds duf van het feesje, en nog steeds katerig zijn we vertrokken op pad. Bus naar het station, trein naar een klein dorpje in de buurt van de autostrade, en wandelen naar de PA die een erg kleine bleek te zijn. Maar door Lift 17 zijn we op pad geraakt. Waarschijnlijk omdat we beide nog erg duf waren, en die mens niet erg interessant was, zijn zowel Hilde als ik vergeten wie deze mens was. Lift 18 was van een eenzame chiropractor die ons veel heeft verteld over de plaatselijke specialiteit van Kumamoto, Basashi. Basashi is rauw, sorry Jolien, paardenvlees gegeten met een beetje gember en soja-saus. Lift 19 bleek dan een man te zijn met het beroep om die Basashi te verkopen over heel het land. Een groothandelaar. Hij zei dan ook dat ge basashi kunt eten op restaurant voor veel geld, maar ge kunt het ook gewoon goedkoper kopen in de supermarkt en qua smaak scheelt het niet veel. Natuurlijk zegt hij dat, maar ik moest wel een beetje naar mijn portefeuille kijken… Hij heeft ons helemaal tot aan het station gebracht van Kumamoto.
Daar aangekomen aan het station kwam er ineens een man op ons af die ons vroeg of we al een verblijfplaats hebben voor de nacht. Ik zei dat we een idee hebben. Hij zei dat er hier een beetje verder een business hotel is dat dichtbij het station ligt. Nu, business hotel klinkt vrij duur, dus zei ik dat dat een beetje boven ons budget ligt. Maar hij vond dat geen probleem. “Saabisu desu” zei hij. Het is een service… Bon wij dus meegegaan en betaald wat we zeiden dat dat het hoogste is dat we betalen. En dat was ok. Geen addertje, geen problemen. En het was een degelijke kamer, gewoon. Fijn toch! Keivreemd…
Sightseeing was naar het kasteel. Cool kasteel langs buiten en jammer dat de pijltjes u eerst volledig om het kasteel laat lopen om dan 5 minuten te laat te zijn om nog binnen te mogen… Jammer want het schijnt dat het nog een vrij authentiek kasteel is. Kumamoto en ik waren ineens niet meer fantastische vrienden. De Basashi heeft veel goed gemaakt. Heerlijk! Jammer dat Hilde wel rauwe vis, maar geen rauw vlees eet. Het is toch een rare soms he…

Dag 9

De dag dat de kaap zich gewonnen moet geven! Een serieuze uitdaging. Niet alleen dat het erg ver is, maar ook dat we voor het eerst gebruik moeten maken van kleinere wegen, om dan nog maar te zwijgen van de tijdsdruk die er was omdat ge maar tot een bepaald uur de kaap kunt bereiken. Dat specifiek uur kenden we niet…
Dus zo vroeg mogelijk vertrokken om bij de eerste zonnestralen fit en monter te kunnen beginnen aan onze tocht. Dus de eerste bus genomen die we konden nemen. De hotelmanager had die voor ons gezocht en gevonden. Bleek dat die bus niet stopt aan de bushalte die wij nodig hadden. Oplossing was gaan naar het buscentrum, en daar zien hoe we waar kunnen geraken. Enige optie was de bus pakken terug naar Fukuoka en op de halte aan een op- en afrit te beginnen liften. Dit is bij wet verboden, maar veel keus hadden we niet. We zijn er echter wel snel genoeg weggeraakt, Lift 20 in een ruk helemaal tot de eerstvolgende SA. Van daaruit tot in ‘Ebino PA’ zijn we gegaan met Lift 21 en Lift 22 waar ik helaas niks meer van weet. Lift 23 was een oudere man, gepensioneerd, die ons helemaal tot in Kagoshima heeft gebracht aan de opstapplaats van de ferry. Met de ferry dan van Kagoshima tot het vulkaanschiereiland Sakurajima en vanaf dan moesten we liften over de kleine wegen naar het Zuidelijkste punt van dat eiland, Kaap Sata.
Het ging gemakkelijker dan we dachten en zo zijn we eigenlijk vrij snel op weg geraakt. Lift 24 waren 2 vrouwen ‘met doeken op hun kop’ die een beetje gek waren. Superenthousiast en erg vriendelijk. Zij hebben ons 20 km verder gebracht en ons afgezet aan een soort van vulkaanobservatorium dat enorm de moeite was, zei ze. In feite was daar niks te zien. Er werken wel 2 jonge dames om mensen wegwijs te maken en wat extra info te geven. Een hele dag voor maximum 3 à 4 klanten per dag… Jobcreatie van de bovenste plank. Lift 25 was de eerste en enige truck die ons heeft geholpen. Grappig is dat het stereotype beeld van een trucker in België en in Japan exact dezelfde is. Het systeem is denk ik net iets anders. Hier koopt een persoon zijn eigen truck en gaat dan met die truck op zoek naar opdrachten. Terwijl, volgens mij, in België truckers bij een truckbedrijf gaan en een uurloon krijgt. Het was wel cool om zo hoog in een truck te zitten en te ‘tsjezen over de weggeskes’. Lift 26 was de lift die ons helemaal tot in het uitgezochte jeugdherberg zou brengen. Het waren 2 mannen van ‘t stad (’t dorp eigenlijk…) en ze waren wel heel vriendelijk maar nagenoeg onverstaanbaar en de hele tijd superverbaasd als we het toch begrepen. Ik denk da wij de eerste gaijin zijn die zij ooit live hebben gezien, of toch alleszins hebben mee gesproken. Nu, hier begint het verhaal van de kaap. Een fantastisch verhaal!
Met die 2 mannen van ’t stad kwamen we aan bij de jeugdherberg. Die bleek gesloten te zijn de dag dat we aankwamen en de dag erop. Shit! Wat nu? Dachten Hilde en ik. Die mannen pakten ons terug mee en begonnen wat rond te reiden en te zoeken naar de eigenaar. Die was nergens te vinden en dan hebben ze ons meegenomen naar het stadhuis om daar dan een oplossing te zoeken voor ons probleem. We hebben ons allebei een beetje afzijdig gehouden en de hulpeloze buitenlander gespeeld om zo die mannen hun ding te laten doen. Uiteindelijk kwam er een andere kerel ineens af dat hij iemand kende die een hotel uitbaat op de kaap zelf. Dus dat zou wel tof zijn moest dat lukken. Een probleem, echter, dat stilletjes aan duidelijk werd, was dat de kaap bereiken wel eens onmogelijk zou kunnen zijn. Vanaf het dorp aan de kaap kost het nog eens een 20-tal minuten (en 1000 yen) om er heen te gaan. Het is een reservaat en ge moogt er niet binnen te voet. En daar bovenop, het sluit om 17h en het was op het moment dat we op het stadhuis zaten 15u30… Mja, een slaapplaats was een beetje belangrijker en als dat zou lukken dan zou het ook ok zijn. Dat was dus in orde. Die man had het weten te regelen dat we aan de prijs van een jeugdherberg in dat hotel konden overnachten. Nu nog daar geraken.
Die ene man moest richting daar gaan en zou ons meenemen tot aan een ander kantoor van het stadhuis (45min verder, zuidelijker) en hij zou dan van daaruit iemand vragen om ons dan naar het hotel te brengen. Uiteindelijk heeft hij Lift 27 ons helemaal zelf naar het hotel gebracht. Toen we in de auto zaten en wat begonnen babbelen bleek deze man niet minder te zijn dan de burgemeester himself! De burgemeester van kaap Sata en het hele gebied er rond heeft voor ons een hotel gefixet en ons er nog helemaal heen gebracht ook! Heerlijk toch!
In het hotel aangekomen (16u30) en ingecheckt vroegen we naar de mogelijkheden om toch nog op een of andere manier er te geraken. Eventueel met fietsen die we konden lenen van het hotel, of weet ik veel. Ze zeiden echter dat het onmogelijk is. Naar de kaap kost 20 min met de auto, en dan nog eens een kwartier te voet. De auto op de kaap moet vertrekken om 17u. Kak! Ons enige doel dreigde serieus te mislukken… Moesten we daar niet met een serieuze pruillip hebben gestaan. De conciërge van het hotel zei dat hij nog wel rap op en af wilde rijden voor ons!!! Het zou in the end toch nog lukken. Lift 28 heeft ons dan helemaal tot aan de kaap gebracht in een sneltempo. En te voet hadden we nog 10 min om heen en terug te geraken. Dus gelopen naar de kaap, foto’s getrokken en teruggelopen. De kaap was bereikt in 28 liften en we waren even de gelukkigste mensen op de wereld.
Volgende uitdaging was terug in Fukuoka geraken op 1 dag. Het moeilijkste was volgens ons uit dat gat geraken. Dus na het eten spraken we een hotelman aan, die later de hotelmanager bleek te zijn, om te vragen hoe we weg kunnen geraken uit dat dorp. Hij zei ons te gaan zitten, hij zou meteen komen. En hij kwam met 2 borden vol verse sashimi (rauwe vis) en oyuwari, warme shouchuu. En we konden beginnen babbelen. Hij was een heel aangename, intelligente man. Hij is een gepensioneerde baas van een bank die het hotel op een of andere manier gekregen heeft als hij het opknapte en uitbaatte. Het levenswerk van zijn vriend of zoiets. Tis lang geleden he…
Hij moest de volgende dag in de ochtend naar het Noorden, in de buurt van de gesloten jeugdherberg en hij zou ons meenemen. Dus uit het gat geraken we dus ook al! Fantastisch toch die jappen! We zaten in die refter niet alleen. De manager zijn vrienden zaten er ook en die vroegen of we hun niet wilden vergezellen. Natuurlijk wilden we dat wel. Gratis heerlijke vis en shouchuu en bier gekregen en met jappen babbelen, hoe kunt ge zo iets afslaan? Die mensen bleken toch wel vrij respectabele mensen te zijn. De een een afdelingshoofd in een bedrijf, het koppel hielden een bejaardentehuis en dan had ge nog de hotelmanager. Vreemd, niet echt eigenlijk, dat zo een dingen snel verloren gaan als die mensen beginnen te drinken. Die afdelingshoofd (die naast Hilde zat) was blijkbaar de hele tijd aan het proberen om Hilde te strikken met complimentjes à la ‘ge zijt zo mooi’ en ‘ge zijt zo schattig’, de kerel van da koppel was heel erg onbeleefd en grof bezig tegen Hilde en mij. Die vrouw en de manager waren ok. De kers op de taart was toen er ineens uit het niets een erg dronken kerel bij ons aan tafel kwam zitten voor even. Toen hij terug doorging pakte hij mij bij de arm en zei dat hij mij iets wou laten zien. Veel zin had ik niet, maar iedereen aan tafel zei dat ik moest meegaan. En ik ben dus meegegaan en wat ik daar heb gezien, manman, dat vergeet ik nooit meer in mijn leven. Een 10-tal superdronken, supergeile mannen van om en bij de 40-50 jaar die karaoke aan het zingen waren en serieus aan het zuipen! Even een sfeerschets: de man rechts van mij was de hele tijd in het Duits tegen mij aan het praten terwijl de man links van mij mijn hele rug half aan het onderkotsen was (gelukkig bleef het bij kokhalzen en is er dus niks uitgekomen…). Vlak voor mij dan was er een man met zijn kont aan het waggelen in mijn gezicht en de rest van de mannen was het aan het aanmoedigen. En ik zat daar van ‘wtf is hier gaande???’. Ik wou daar weg en zo snel mogelijk. Sjanske voor mij dat die zatte gast die mij erheen heeft gesleurd eiste van mij dat ik Hilde zou gaan halen. Nooit van mijn leven zou ik Hilde daar binnen laten gaan (als ze mij al half aan het verkrachten waren, wat zou dat dan niet zijn als het een meisje is…), maar het was een goed excuus om die kamer te kunnen verlaten zonder al te grof te zijn.
Toen ik bovenkwam was de situatie niet veranderd. De een nog steeds keigrof en de andere nog steeds aan het moven naar Hilde. Het werd dus tijd om te gaan slapen. Weg van die mensen. Drank is den duvel! En dat was daar nogal duidelijk…

Dag 10

’s Morgens dus klaar voor de lift naar het stadhuis om dan te kunnen liften naar Fukuoka. Dat plan is niet doorgegaan. De hotelmanager is blijkbaar erg boos geworden op die grove kerel en op die titser dat uiteindelijk die grove kerel ons helemaal tot aan de autostrade wou brengen als compensatie voor zijn onbeleefdheid. Zo hebben we dus 3 uur en een half in een auto gezeten, Lift 29, met 2 kerels die wij nauwelijks verstonden met hun plat dialect, en waarvan een ervan een beetje aan populariteit heeft moeten inboeten door gisteravond. De rit was niet plezant, er heerste niet echt een optimale sfeer, maar we moeten wel erg dankbaar zijn dat ze ons helemaal tot aan de autostrade hebben gebracht. 3 uur en half later, en een buikske rond gegeten waren we niet treurig dat we afscheid moesten nemen.
Lift 30 was van 2 bouwvakkers die erg moe waren. Waren al heel erg vroeg op de been om op verplaatsing te werken en die waren nu op de terugweg naar huis (het was omstreeks half 2 ofzo…). Deze mannen weren wel gezellig, maar niet erg spraakzaam. Als ik iets vroeg om min of meer conversatie te beginnen, dan gaven ze een vrij kort antwoord en spraken nauwelijks terug. Begrijpelijk als ge zo moe zijt. Dus het was een rustige rit zonder al te veel woorden maar wel een gezapig sfeertje. Het stoorde helemaal niet! Een heel pak verder op weg, we waren Kumamoto alweer gepasseerd en het begon te schemeren. Lift 31 was wederom aan salary-man op weg naar huis. Hij moest in de rand van Fukuoka zijn en hij zou ons niet naar het centrum brengen omwille van het verkeer dat een hel is. Dus hij heeft ons afgezet op een klein lokaal treinstationnetje en ons een ticket betaald naar het centrum, vanwaar wij de bus namen naar huize Bouvier. Op een dag 350 km gelift, en om eerlijk te zijn waren we er best wel uitgeput van.
Het geplande sushifeestje is helaas in duigen gevallen omdat Ryuutarou niet is komen opdagen. Hij zat voor zijn werk in Tokyo en zou die avond terug naar Fukuoka komen. Meer weten we niet. Iyori is wel met zijn 2 zussen afgekomen en we hebben er samen met Masato een gezellige avond van gemaakt. Rustig omdat zij midden in de examens zaten. In de examens en nog steeds mogelijk om een feestje te houden de dag voor een examen. Dat zou in België niet waar zijn…
Het was wel een beetje jammer dat we eigenlijk voor niks zijn teruggekomen en ons zo hard hebben gehaast ervoor. Mja, shouganai, niks aan te doen!

Wordt vervolgd...

vrijdag, februari 16, 2007

Foto's

Beste mensen,

Voor degeen die verslagen willen van mijn liftreis met Hilde, of toen ik de tourist aan het uithangen was met mijn broerke, die zullen nog even moeten wachten...
Wat ik wel al heb gedaan is de foto's op het net gezet tot de liftreis. Dus ik zou zeggen geniet ervan!

Gegroet

Michael

dinsdag, februari 13, 2007

Sander

Beste mensen,

Voor het eerst maak ik een blog over dingen die er thuis gebeuren. En niet voor niets! Op 9 februari om 12u30 is er een nieuw mensje van 54cm en 3930 gram in de grote mensenwereld beland. Het nieuwe mensje heeft de naam Sander gekregen van zijn trotse ouders Hans en Leentje Baeten-Swinnen, die respectievelijk de schoonbroer en zus zijn van mijn allerliefste Saartje.
Ik zou bij deze de kleine welkom willen heten op de wereld, en ik zou de trotse ouders een dikke proficiat (en voor Leentje beterschap, en voor Hans succes) willen wensen met deze heuglijke gebeurtenis. Tevens zou ik ook de grootouders en overgrootouders een dikke proficiat willen wensen. Dat zij met hun ervaring deze kersverse ouders bijstaan. De 2 meters, Saartje en Ilse, zou ik willen wijzen op hun belangrijke taak om in naam van de kleine de duivel af te zweren, en fijne cadeautjes te kopen voor de lieve Sander. Als laatste aan iedereen, familie en vrienden; Een dikke proficiat!

Ik kan niet wachten hem te ontmoeten!!!

Gegroet

Michael