West-Japan in 44 liften (deel II)
Dag 6
Vandaag stond een dagje sightseeing op het programma in Fukuoka. Daar heb ik Jonathan voor ingeschakeld. Jonathan is een jaargenoot van mij die Leuven inruilt voor een jaartje Fukuoka.
Doorheen de stad gewandeld en gemerkt dat steden in Japan toch niet al te fel verschillen. Dezelfde winkels, dezelfde stijl straten,… Juust dat er een geweldig verhaal zit achter een van de wijken hier. Nakasu heet de wijk. Daar zat het vroeger vol met hoeren (en nog steeds een beetje schijnt) en aan een kant loopt er een rivier die de scheiding maakt van Nakasu en de rest van de stad. Aan de andere kant van Nakasu was een gewone weg. Wat hebben die jappen dan gedaan, om die hoeren in Nakasu te houden hebben ze die weg volledig uitgegraven en er een rivier gebouwd. Zo was het onmogelijk voor de hoeren om Nakasu te verlaten, maar als ge dan nood had aan sex, dan kon ge wel vrij Nakasu binnen. Heerlijk toch die jappen hun denkwijze soms!
Fukuoka Dome, Fukuoka Tower en naar het Oohori-kou`en gegaan. De Dome is de Baseball-dome van Fukuoka die schijnt best wel goed zijn, de Tower is een volledig glazen gebouw (best nog wel indrukwekkend maar niet zo plezant voor mensen met hoogtevrees…) en dat park is een cool, groot park.
Een lekkere pint gaan pakken samen met Minako aka Mina-chan (het vriendinnetje van Jonathan) en afscheid genomen. Het was wel een erg toffe, gezellige dag.
’s Avonds zou dus Masato met vrienden langskomen, maar die hebben we eigenlijk niet meer gezien. Ik heb hem nog een mail gestuurd, maar het antwoord was dat hij na zijn werk komt. Hilde en ik waren beide in slaap gevallen…
Dag 7
Zeker niet verwacht dat er ineens 3 mensen het huis kwamen binnengestormd omstreeks 4 uur, met hun handen vol met drank en sneuk. Zelf hadden we ook voor een deel gezorgd. Ge gaat niet met lege handen naar een feesje he… Het feesje was geweldig. Iyori, Ryuutarou en Masato zijn mensen van Kyuushuu en schijnt dat deze mensen kunnen drinken. En inderdaad, even oud als ik en ze kunnen ook even goed mee. Natuurlijk gebeurt het wel op een Japanse manier en genieten van uw drank zit er niet echt in. Alcohol dient niet om van te genieten, dat dient om dronken te geraken en liefst zo snel mogelijk. Wat is begonnen als een schraal feesje, is nog veel schraler geëindigd met hopen drank (bier, rode wijn, warme sake, warme shouchuu,… en dan allemaal door elkaar), mensen die vechten, andere mensen die massages geven met hun schouderblaren, wijnvlekken op mijn broek en nieuwe pull, mensenhopen om er foto’s van te trekken, en nog veel meer… Ik hoef hier niet in detail te treden. Het was een geweldige nacht en ochtend en omstreeks 11u is iedereen ergens gecrasht. Mijn plaats was de beste, de zetel. Heerlijk! En vanaf dat moment was het dan ook al erg duidelijk dat we de volgende dag niet op pad zouden geraken en dat we nog een nachtje extra ten huize Bouvier zouden slapen. En om eerlijk te zijn, een kater als die heb ik in eeuwen niet meer gehad! En ik was er nog goed aan toe zeg maar… hehe!
De hele dag geslapen en omstreeks 3 uur de volgende nachtwaren we al wa meer in staat om terug recht te staan en hebben we, Hilde en ik, een thee’ke gedronken in de keuken en terug gaan slapen om dan weer op pad te geraken. Het pad zou zijn eerst Kumamoto en dan kaap Sata om dan de hele toer terug te gaan naar Fukuoka. Dit omdat die Ryuutarou ooit stage heeft gelopen in een bekend sushi-restaurant ergens in Hokkaidou, en hij wou een sushifeesje geven en kon alleen maar die dag. Dus wij hadden een eerste en enige soort van deadline, die best wel een serieuze uitdaging is.
Dag 8
Nog steeds duf van het feesje, en nog steeds katerig zijn we vertrokken op pad. Bus naar het station, trein naar een klein dorpje in de buurt van de autostrade, en wandelen naar de PA die een erg kleine bleek te zijn. Maar door Lift 17 zijn we op pad geraakt. Waarschijnlijk omdat we beide nog erg duf waren, en die mens niet erg interessant was, zijn zowel Hilde als ik vergeten wie deze mens was. Lift 18 was van een eenzame chiropractor die ons veel heeft verteld over de plaatselijke specialiteit van Kumamoto, Basashi. Basashi is rauw, sorry Jolien, paardenvlees gegeten met een beetje gember en soja-saus. Lift 19 bleek dan een man te zijn met het beroep om die Basashi te verkopen over heel het land. Een groothandelaar. Hij zei dan ook dat ge basashi kunt eten op restaurant voor veel geld, maar ge kunt het ook gewoon goedkoper kopen in de supermarkt en qua smaak scheelt het niet veel. Natuurlijk zegt hij dat, maar ik moest wel een beetje naar mijn portefeuille kijken… Hij heeft ons helemaal tot aan het station gebracht van Kumamoto.
Daar aangekomen aan het station kwam er ineens een man op ons af die ons vroeg of we al een verblijfplaats hebben voor de nacht. Ik zei dat we een idee hebben. Hij zei dat er hier een beetje verder een business hotel is dat dichtbij het station ligt. Nu, business hotel klinkt vrij duur, dus zei ik dat dat een beetje boven ons budget ligt. Maar hij vond dat geen probleem. “Saabisu desu” zei hij. Het is een service… Bon wij dus meegegaan en betaald wat we zeiden dat dat het hoogste is dat we betalen. En dat was ok. Geen addertje, geen problemen. En het was een degelijke kamer, gewoon. Fijn toch! Keivreemd…
Sightseeing was naar het kasteel. Cool kasteel langs buiten en jammer dat de pijltjes u eerst volledig om het kasteel laat lopen om dan 5 minuten te laat te zijn om nog binnen te mogen… Jammer want het schijnt dat het nog een vrij authentiek kasteel is. Kumamoto en ik waren ineens niet meer fantastische vrienden. De Basashi heeft veel goed gemaakt. Heerlijk! Jammer dat Hilde wel rauwe vis, maar geen rauw vlees eet. Het is toch een rare soms he…
Dag 9
De dag dat de kaap zich gewonnen moet geven! Een serieuze uitdaging. Niet alleen dat het erg ver is, maar ook dat we voor het eerst gebruik moeten maken van kleinere wegen, om dan nog maar te zwijgen van de tijdsdruk die er was omdat ge maar tot een bepaald uur de kaap kunt bereiken. Dat specifiek uur kenden we niet…
Dus zo vroeg mogelijk vertrokken om bij de eerste zonnestralen fit en monter te kunnen beginnen aan onze tocht. Dus de eerste bus genomen die we konden nemen. De hotelmanager had die voor ons gezocht en gevonden. Bleek dat die bus niet stopt aan de bushalte die wij nodig hadden. Oplossing was gaan naar het buscentrum, en daar zien hoe we waar kunnen geraken. Enige optie was de bus pakken terug naar Fukuoka en op de halte aan een op- en afrit te beginnen liften. Dit is bij wet verboden, maar veel keus hadden we niet. We zijn er echter wel snel genoeg weggeraakt, Lift 20 in een ruk helemaal tot de eerstvolgende SA. Van daaruit tot in ‘Ebino PA’ zijn we gegaan met Lift 21 en Lift 22 waar ik helaas niks meer van weet. Lift 23 was een oudere man, gepensioneerd, die ons helemaal tot in Kagoshima heeft gebracht aan de opstapplaats van de ferry. Met de ferry dan van Kagoshima tot het vulkaanschiereiland Sakurajima en vanaf dan moesten we liften over de kleine wegen naar het Zuidelijkste punt van dat eiland, Kaap Sata.
Het ging gemakkelijker dan we dachten en zo zijn we eigenlijk vrij snel op weg geraakt. Lift 24 waren 2 vrouwen ‘met doeken op hun kop’ die een beetje gek waren. Superenthousiast en erg vriendelijk. Zij hebben ons 20 km verder gebracht en ons afgezet aan een soort van vulkaanobservatorium dat enorm de moeite was, zei ze. In feite was daar niks te zien. Er werken wel 2 jonge dames om mensen wegwijs te maken en wat extra info te geven. Een hele dag voor maximum 3 à 4 klanten per dag… Jobcreatie van de bovenste plank. Lift 25 was de eerste en enige truck die ons heeft geholpen. Grappig is dat het stereotype beeld van een trucker in België en in Japan exact dezelfde is. Het systeem is denk ik net iets anders. Hier koopt een persoon zijn eigen truck en gaat dan met die truck op zoek naar opdrachten. Terwijl, volgens mij, in België truckers bij een truckbedrijf gaan en een uurloon krijgt. Het was wel cool om zo hoog in een truck te zitten en te ‘tsjezen over de weggeskes’. Lift 26 was de lift die ons helemaal tot in het uitgezochte jeugdherberg zou brengen. Het waren 2 mannen van ‘t stad (’t dorp eigenlijk…) en ze waren wel heel vriendelijk maar nagenoeg onverstaanbaar en de hele tijd superverbaasd als we het toch begrepen. Ik denk da wij de eerste gaijin zijn die zij ooit live hebben gezien, of toch alleszins hebben mee gesproken. Nu, hier begint het verhaal van de kaap. Een fantastisch verhaal!
Met die 2 mannen van ’t stad kwamen we aan bij de jeugdherberg. Die bleek gesloten te zijn de dag dat we aankwamen en de dag erop. Shit! Wat nu? Dachten Hilde en ik. Die mannen pakten ons terug mee en begonnen wat rond te reiden en te zoeken naar de eigenaar. Die was nergens te vinden en dan hebben ze ons meegenomen naar het stadhuis om daar dan een oplossing te zoeken voor ons probleem. We hebben ons allebei een beetje afzijdig gehouden en de hulpeloze buitenlander gespeeld om zo die mannen hun ding te laten doen. Uiteindelijk kwam er een andere kerel ineens af dat hij iemand kende die een hotel uitbaat op de kaap zelf. Dus dat zou wel tof zijn moest dat lukken. Een probleem, echter, dat stilletjes aan duidelijk werd, was dat de kaap bereiken wel eens onmogelijk zou kunnen zijn. Vanaf het dorp aan de kaap kost het nog eens een 20-tal minuten (en 1000 yen) om er heen te gaan. Het is een reservaat en ge moogt er niet binnen te voet. En daar bovenop, het sluit om 17h en het was op het moment dat we op het stadhuis zaten 15u30… Mja, een slaapplaats was een beetje belangrijker en als dat zou lukken dan zou het ook ok zijn. Dat was dus in orde. Die man had het weten te regelen dat we aan de prijs van een jeugdherberg in dat hotel konden overnachten. Nu nog daar geraken.
Die ene man moest richting daar gaan en zou ons meenemen tot aan een ander kantoor van het stadhuis (45min verder, zuidelijker) en hij zou dan van daaruit iemand vragen om ons dan naar het hotel te brengen. Uiteindelijk heeft hij Lift 27 ons helemaal zelf naar het hotel gebracht. Toen we in de auto zaten en wat begonnen babbelen bleek deze man niet minder te zijn dan de burgemeester himself! De burgemeester van kaap Sata en het hele gebied er rond heeft voor ons een hotel gefixet en ons er nog helemaal heen gebracht ook! Heerlijk toch!
In het hotel aangekomen (16u30) en ingecheckt vroegen we naar de mogelijkheden om toch nog op een of andere manier er te geraken. Eventueel met fietsen die we konden lenen van het hotel, of weet ik veel. Ze zeiden echter dat het onmogelijk is. Naar de kaap kost 20 min met de auto, en dan nog eens een kwartier te voet. De auto op de kaap moet vertrekken om 17u. Kak! Ons enige doel dreigde serieus te mislukken… Moesten we daar niet met een serieuze pruillip hebben gestaan. De conciërge van het hotel zei dat hij nog wel rap op en af wilde rijden voor ons!!! Het zou in the end toch nog lukken. Lift 28 heeft ons dan helemaal tot aan de kaap gebracht in een sneltempo. En te voet hadden we nog 10 min om heen en terug te geraken. Dus gelopen naar de kaap, foto’s getrokken en teruggelopen. De kaap was bereikt in 28 liften en we waren even de gelukkigste mensen op de wereld.
Volgende uitdaging was terug in Fukuoka geraken op 1 dag. Het moeilijkste was volgens ons uit dat gat geraken. Dus na het eten spraken we een hotelman aan, die later de hotelmanager bleek te zijn, om te vragen hoe we weg kunnen geraken uit dat dorp. Hij zei ons te gaan zitten, hij zou meteen komen. En hij kwam met 2 borden vol verse sashimi (rauwe vis) en oyuwari, warme shouchuu. En we konden beginnen babbelen. Hij was een heel aangename, intelligente man. Hij is een gepensioneerde baas van een bank die het hotel op een of andere manier gekregen heeft als hij het opknapte en uitbaatte. Het levenswerk van zijn vriend of zoiets. Tis lang geleden he…
Hij moest de volgende dag in de ochtend naar het Noorden, in de buurt van de gesloten jeugdherberg en hij zou ons meenemen. Dus uit het gat geraken we dus ook al! Fantastisch toch die jappen! We zaten in die refter niet alleen. De manager zijn vrienden zaten er ook en die vroegen of we hun niet wilden vergezellen. Natuurlijk wilden we dat wel. Gratis heerlijke vis en shouchuu en bier gekregen en met jappen babbelen, hoe kunt ge zo iets afslaan? Die mensen bleken toch wel vrij respectabele mensen te zijn. De een een afdelingshoofd in een bedrijf, het koppel hielden een bejaardentehuis en dan had ge nog de hotelmanager. Vreemd, niet echt eigenlijk, dat zo een dingen snel verloren gaan als die mensen beginnen te drinken. Die afdelingshoofd (die naast Hilde zat) was blijkbaar de hele tijd aan het proberen om Hilde te strikken met complimentjes à la ‘ge zijt zo mooi’ en ‘ge zijt zo schattig’, de kerel van da koppel was heel erg onbeleefd en grof bezig tegen Hilde en mij. Die vrouw en de manager waren ok. De kers op de taart was toen er ineens uit het niets een erg dronken kerel bij ons aan tafel kwam zitten voor even. Toen hij terug doorging pakte hij mij bij de arm en zei dat hij mij iets wou laten zien. Veel zin had ik niet, maar iedereen aan tafel zei dat ik moest meegaan. En ik ben dus meegegaan en wat ik daar heb gezien, manman, dat vergeet ik nooit meer in mijn leven. Een 10-tal superdronken, supergeile mannen van om en bij de 40-50 jaar die karaoke aan het zingen waren en serieus aan het zuipen! Even een sfeerschets: de man rechts van mij was de hele tijd in het Duits tegen mij aan het praten terwijl de man links van mij mijn hele rug half aan het onderkotsen was (gelukkig bleef het bij kokhalzen en is er dus niks uitgekomen…). Vlak voor mij dan was er een man met zijn kont aan het waggelen in mijn gezicht en de rest van de mannen was het aan het aanmoedigen. En ik zat daar van ‘wtf is hier gaande???’. Ik wou daar weg en zo snel mogelijk. Sjanske voor mij dat die zatte gast die mij erheen heeft gesleurd eiste van mij dat ik Hilde zou gaan halen. Nooit van mijn leven zou ik Hilde daar binnen laten gaan (als ze mij al half aan het verkrachten waren, wat zou dat dan niet zijn als het een meisje is…), maar het was een goed excuus om die kamer te kunnen verlaten zonder al te grof te zijn.
Toen ik bovenkwam was de situatie niet veranderd. De een nog steeds keigrof en de andere nog steeds aan het moven naar Hilde. Het werd dus tijd om te gaan slapen. Weg van die mensen. Drank is den duvel! En dat was daar nogal duidelijk…
Dag 10
’s Morgens dus klaar voor de lift naar het stadhuis om dan te kunnen liften naar Fukuoka. Dat plan is niet doorgegaan. De hotelmanager is blijkbaar erg boos geworden op die grove kerel en op die titser dat uiteindelijk die grove kerel ons helemaal tot aan de autostrade wou brengen als compensatie voor zijn onbeleefdheid. Zo hebben we dus 3 uur en een half in een auto gezeten, Lift 29, met 2 kerels die wij nauwelijks verstonden met hun plat dialect, en waarvan een ervan een beetje aan populariteit heeft moeten inboeten door gisteravond. De rit was niet plezant, er heerste niet echt een optimale sfeer, maar we moeten wel erg dankbaar zijn dat ze ons helemaal tot aan de autostrade hebben gebracht. 3 uur en half later, en een buikske rond gegeten waren we niet treurig dat we afscheid moesten nemen.
Lift 30 was van 2 bouwvakkers die erg moe waren. Waren al heel erg vroeg op de been om op verplaatsing te werken en die waren nu op de terugweg naar huis (het was omstreeks half 2 ofzo…). Deze mannen weren wel gezellig, maar niet erg spraakzaam. Als ik iets vroeg om min of meer conversatie te beginnen, dan gaven ze een vrij kort antwoord en spraken nauwelijks terug. Begrijpelijk als ge zo moe zijt. Dus het was een rustige rit zonder al te veel woorden maar wel een gezapig sfeertje. Het stoorde helemaal niet! Een heel pak verder op weg, we waren Kumamoto alweer gepasseerd en het begon te schemeren. Lift 31 was wederom aan salary-man op weg naar huis. Hij moest in de rand van Fukuoka zijn en hij zou ons niet naar het centrum brengen omwille van het verkeer dat een hel is. Dus hij heeft ons afgezet op een klein lokaal treinstationnetje en ons een ticket betaald naar het centrum, vanwaar wij de bus namen naar huize Bouvier. Op een dag 350 km gelift, en om eerlijk te zijn waren we er best wel uitgeput van.
Het geplande sushifeestje is helaas in duigen gevallen omdat Ryuutarou niet is komen opdagen. Hij zat voor zijn werk in Tokyo en zou die avond terug naar Fukuoka komen. Meer weten we niet. Iyori is wel met zijn 2 zussen afgekomen en we hebben er samen met Masato een gezellige avond van gemaakt. Rustig omdat zij midden in de examens zaten. In de examens en nog steeds mogelijk om een feestje te houden de dag voor een examen. Dat zou in België niet waar zijn…
Het was wel een beetje jammer dat we eigenlijk voor niks zijn teruggekomen en ons zo hard hebben gehaast ervoor. Mja, shouganai, niks aan te doen!
Wordt vervolgd...
Vandaag stond een dagje sightseeing op het programma in Fukuoka. Daar heb ik Jonathan voor ingeschakeld. Jonathan is een jaargenoot van mij die Leuven inruilt voor een jaartje Fukuoka.
Doorheen de stad gewandeld en gemerkt dat steden in Japan toch niet al te fel verschillen. Dezelfde winkels, dezelfde stijl straten,… Juust dat er een geweldig verhaal zit achter een van de wijken hier. Nakasu heet de wijk. Daar zat het vroeger vol met hoeren (en nog steeds een beetje schijnt) en aan een kant loopt er een rivier die de scheiding maakt van Nakasu en de rest van de stad. Aan de andere kant van Nakasu was een gewone weg. Wat hebben die jappen dan gedaan, om die hoeren in Nakasu te houden hebben ze die weg volledig uitgegraven en er een rivier gebouwd. Zo was het onmogelijk voor de hoeren om Nakasu te verlaten, maar als ge dan nood had aan sex, dan kon ge wel vrij Nakasu binnen. Heerlijk toch die jappen hun denkwijze soms!
Fukuoka Dome, Fukuoka Tower en naar het Oohori-kou`en gegaan. De Dome is de Baseball-dome van Fukuoka die schijnt best wel goed zijn, de Tower is een volledig glazen gebouw (best nog wel indrukwekkend maar niet zo plezant voor mensen met hoogtevrees…) en dat park is een cool, groot park.
Een lekkere pint gaan pakken samen met Minako aka Mina-chan (het vriendinnetje van Jonathan) en afscheid genomen. Het was wel een erg toffe, gezellige dag.
’s Avonds zou dus Masato met vrienden langskomen, maar die hebben we eigenlijk niet meer gezien. Ik heb hem nog een mail gestuurd, maar het antwoord was dat hij na zijn werk komt. Hilde en ik waren beide in slaap gevallen…
Dag 7
Zeker niet verwacht dat er ineens 3 mensen het huis kwamen binnengestormd omstreeks 4 uur, met hun handen vol met drank en sneuk. Zelf hadden we ook voor een deel gezorgd. Ge gaat niet met lege handen naar een feesje he… Het feesje was geweldig. Iyori, Ryuutarou en Masato zijn mensen van Kyuushuu en schijnt dat deze mensen kunnen drinken. En inderdaad, even oud als ik en ze kunnen ook even goed mee. Natuurlijk gebeurt het wel op een Japanse manier en genieten van uw drank zit er niet echt in. Alcohol dient niet om van te genieten, dat dient om dronken te geraken en liefst zo snel mogelijk. Wat is begonnen als een schraal feesje, is nog veel schraler geëindigd met hopen drank (bier, rode wijn, warme sake, warme shouchuu,… en dan allemaal door elkaar), mensen die vechten, andere mensen die massages geven met hun schouderblaren, wijnvlekken op mijn broek en nieuwe pull, mensenhopen om er foto’s van te trekken, en nog veel meer… Ik hoef hier niet in detail te treden. Het was een geweldige nacht en ochtend en omstreeks 11u is iedereen ergens gecrasht. Mijn plaats was de beste, de zetel. Heerlijk! En vanaf dat moment was het dan ook al erg duidelijk dat we de volgende dag niet op pad zouden geraken en dat we nog een nachtje extra ten huize Bouvier zouden slapen. En om eerlijk te zijn, een kater als die heb ik in eeuwen niet meer gehad! En ik was er nog goed aan toe zeg maar… hehe!
De hele dag geslapen en omstreeks 3 uur de volgende nachtwaren we al wa meer in staat om terug recht te staan en hebben we, Hilde en ik, een thee’ke gedronken in de keuken en terug gaan slapen om dan weer op pad te geraken. Het pad zou zijn eerst Kumamoto en dan kaap Sata om dan de hele toer terug te gaan naar Fukuoka. Dit omdat die Ryuutarou ooit stage heeft gelopen in een bekend sushi-restaurant ergens in Hokkaidou, en hij wou een sushifeesje geven en kon alleen maar die dag. Dus wij hadden een eerste en enige soort van deadline, die best wel een serieuze uitdaging is.
Dag 8
Nog steeds duf van het feesje, en nog steeds katerig zijn we vertrokken op pad. Bus naar het station, trein naar een klein dorpje in de buurt van de autostrade, en wandelen naar de PA die een erg kleine bleek te zijn. Maar door Lift 17 zijn we op pad geraakt. Waarschijnlijk omdat we beide nog erg duf waren, en die mens niet erg interessant was, zijn zowel Hilde als ik vergeten wie deze mens was. Lift 18 was van een eenzame chiropractor die ons veel heeft verteld over de plaatselijke specialiteit van Kumamoto, Basashi. Basashi is rauw, sorry Jolien, paardenvlees gegeten met een beetje gember en soja-saus. Lift 19 bleek dan een man te zijn met het beroep om die Basashi te verkopen over heel het land. Een groothandelaar. Hij zei dan ook dat ge basashi kunt eten op restaurant voor veel geld, maar ge kunt het ook gewoon goedkoper kopen in de supermarkt en qua smaak scheelt het niet veel. Natuurlijk zegt hij dat, maar ik moest wel een beetje naar mijn portefeuille kijken… Hij heeft ons helemaal tot aan het station gebracht van Kumamoto.
Daar aangekomen aan het station kwam er ineens een man op ons af die ons vroeg of we al een verblijfplaats hebben voor de nacht. Ik zei dat we een idee hebben. Hij zei dat er hier een beetje verder een business hotel is dat dichtbij het station ligt. Nu, business hotel klinkt vrij duur, dus zei ik dat dat een beetje boven ons budget ligt. Maar hij vond dat geen probleem. “Saabisu desu” zei hij. Het is een service… Bon wij dus meegegaan en betaald wat we zeiden dat dat het hoogste is dat we betalen. En dat was ok. Geen addertje, geen problemen. En het was een degelijke kamer, gewoon. Fijn toch! Keivreemd…
Sightseeing was naar het kasteel. Cool kasteel langs buiten en jammer dat de pijltjes u eerst volledig om het kasteel laat lopen om dan 5 minuten te laat te zijn om nog binnen te mogen… Jammer want het schijnt dat het nog een vrij authentiek kasteel is. Kumamoto en ik waren ineens niet meer fantastische vrienden. De Basashi heeft veel goed gemaakt. Heerlijk! Jammer dat Hilde wel rauwe vis, maar geen rauw vlees eet. Het is toch een rare soms he…
Dag 9
De dag dat de kaap zich gewonnen moet geven! Een serieuze uitdaging. Niet alleen dat het erg ver is, maar ook dat we voor het eerst gebruik moeten maken van kleinere wegen, om dan nog maar te zwijgen van de tijdsdruk die er was omdat ge maar tot een bepaald uur de kaap kunt bereiken. Dat specifiek uur kenden we niet…
Dus zo vroeg mogelijk vertrokken om bij de eerste zonnestralen fit en monter te kunnen beginnen aan onze tocht. Dus de eerste bus genomen die we konden nemen. De hotelmanager had die voor ons gezocht en gevonden. Bleek dat die bus niet stopt aan de bushalte die wij nodig hadden. Oplossing was gaan naar het buscentrum, en daar zien hoe we waar kunnen geraken. Enige optie was de bus pakken terug naar Fukuoka en op de halte aan een op- en afrit te beginnen liften. Dit is bij wet verboden, maar veel keus hadden we niet. We zijn er echter wel snel genoeg weggeraakt, Lift 20 in een ruk helemaal tot de eerstvolgende SA. Van daaruit tot in ‘Ebino PA’ zijn we gegaan met Lift 21 en Lift 22 waar ik helaas niks meer van weet. Lift 23 was een oudere man, gepensioneerd, die ons helemaal tot in Kagoshima heeft gebracht aan de opstapplaats van de ferry. Met de ferry dan van Kagoshima tot het vulkaanschiereiland Sakurajima en vanaf dan moesten we liften over de kleine wegen naar het Zuidelijkste punt van dat eiland, Kaap Sata.
Het ging gemakkelijker dan we dachten en zo zijn we eigenlijk vrij snel op weg geraakt. Lift 24 waren 2 vrouwen ‘met doeken op hun kop’ die een beetje gek waren. Superenthousiast en erg vriendelijk. Zij hebben ons 20 km verder gebracht en ons afgezet aan een soort van vulkaanobservatorium dat enorm de moeite was, zei ze. In feite was daar niks te zien. Er werken wel 2 jonge dames om mensen wegwijs te maken en wat extra info te geven. Een hele dag voor maximum 3 à 4 klanten per dag… Jobcreatie van de bovenste plank. Lift 25 was de eerste en enige truck die ons heeft geholpen. Grappig is dat het stereotype beeld van een trucker in België en in Japan exact dezelfde is. Het systeem is denk ik net iets anders. Hier koopt een persoon zijn eigen truck en gaat dan met die truck op zoek naar opdrachten. Terwijl, volgens mij, in België truckers bij een truckbedrijf gaan en een uurloon krijgt. Het was wel cool om zo hoog in een truck te zitten en te ‘tsjezen over de weggeskes’. Lift 26 was de lift die ons helemaal tot in het uitgezochte jeugdherberg zou brengen. Het waren 2 mannen van ‘t stad (’t dorp eigenlijk…) en ze waren wel heel vriendelijk maar nagenoeg onverstaanbaar en de hele tijd superverbaasd als we het toch begrepen. Ik denk da wij de eerste gaijin zijn die zij ooit live hebben gezien, of toch alleszins hebben mee gesproken. Nu, hier begint het verhaal van de kaap. Een fantastisch verhaal!
Met die 2 mannen van ’t stad kwamen we aan bij de jeugdherberg. Die bleek gesloten te zijn de dag dat we aankwamen en de dag erop. Shit! Wat nu? Dachten Hilde en ik. Die mannen pakten ons terug mee en begonnen wat rond te reiden en te zoeken naar de eigenaar. Die was nergens te vinden en dan hebben ze ons meegenomen naar het stadhuis om daar dan een oplossing te zoeken voor ons probleem. We hebben ons allebei een beetje afzijdig gehouden en de hulpeloze buitenlander gespeeld om zo die mannen hun ding te laten doen. Uiteindelijk kwam er een andere kerel ineens af dat hij iemand kende die een hotel uitbaat op de kaap zelf. Dus dat zou wel tof zijn moest dat lukken. Een probleem, echter, dat stilletjes aan duidelijk werd, was dat de kaap bereiken wel eens onmogelijk zou kunnen zijn. Vanaf het dorp aan de kaap kost het nog eens een 20-tal minuten (en 1000 yen) om er heen te gaan. Het is een reservaat en ge moogt er niet binnen te voet. En daar bovenop, het sluit om 17h en het was op het moment dat we op het stadhuis zaten 15u30… Mja, een slaapplaats was een beetje belangrijker en als dat zou lukken dan zou het ook ok zijn. Dat was dus in orde. Die man had het weten te regelen dat we aan de prijs van een jeugdherberg in dat hotel konden overnachten. Nu nog daar geraken.
Die ene man moest richting daar gaan en zou ons meenemen tot aan een ander kantoor van het stadhuis (45min verder, zuidelijker) en hij zou dan van daaruit iemand vragen om ons dan naar het hotel te brengen. Uiteindelijk heeft hij Lift 27 ons helemaal zelf naar het hotel gebracht. Toen we in de auto zaten en wat begonnen babbelen bleek deze man niet minder te zijn dan de burgemeester himself! De burgemeester van kaap Sata en het hele gebied er rond heeft voor ons een hotel gefixet en ons er nog helemaal heen gebracht ook! Heerlijk toch!
In het hotel aangekomen (16u30) en ingecheckt vroegen we naar de mogelijkheden om toch nog op een of andere manier er te geraken. Eventueel met fietsen die we konden lenen van het hotel, of weet ik veel. Ze zeiden echter dat het onmogelijk is. Naar de kaap kost 20 min met de auto, en dan nog eens een kwartier te voet. De auto op de kaap moet vertrekken om 17u. Kak! Ons enige doel dreigde serieus te mislukken… Moesten we daar niet met een serieuze pruillip hebben gestaan. De conciërge van het hotel zei dat hij nog wel rap op en af wilde rijden voor ons!!! Het zou in the end toch nog lukken. Lift 28 heeft ons dan helemaal tot aan de kaap gebracht in een sneltempo. En te voet hadden we nog 10 min om heen en terug te geraken. Dus gelopen naar de kaap, foto’s getrokken en teruggelopen. De kaap was bereikt in 28 liften en we waren even de gelukkigste mensen op de wereld.
Volgende uitdaging was terug in Fukuoka geraken op 1 dag. Het moeilijkste was volgens ons uit dat gat geraken. Dus na het eten spraken we een hotelman aan, die later de hotelmanager bleek te zijn, om te vragen hoe we weg kunnen geraken uit dat dorp. Hij zei ons te gaan zitten, hij zou meteen komen. En hij kwam met 2 borden vol verse sashimi (rauwe vis) en oyuwari, warme shouchuu. En we konden beginnen babbelen. Hij was een heel aangename, intelligente man. Hij is een gepensioneerde baas van een bank die het hotel op een of andere manier gekregen heeft als hij het opknapte en uitbaatte. Het levenswerk van zijn vriend of zoiets. Tis lang geleden he…
Hij moest de volgende dag in de ochtend naar het Noorden, in de buurt van de gesloten jeugdherberg en hij zou ons meenemen. Dus uit het gat geraken we dus ook al! Fantastisch toch die jappen! We zaten in die refter niet alleen. De manager zijn vrienden zaten er ook en die vroegen of we hun niet wilden vergezellen. Natuurlijk wilden we dat wel. Gratis heerlijke vis en shouchuu en bier gekregen en met jappen babbelen, hoe kunt ge zo iets afslaan? Die mensen bleken toch wel vrij respectabele mensen te zijn. De een een afdelingshoofd in een bedrijf, het koppel hielden een bejaardentehuis en dan had ge nog de hotelmanager. Vreemd, niet echt eigenlijk, dat zo een dingen snel verloren gaan als die mensen beginnen te drinken. Die afdelingshoofd (die naast Hilde zat) was blijkbaar de hele tijd aan het proberen om Hilde te strikken met complimentjes à la ‘ge zijt zo mooi’ en ‘ge zijt zo schattig’, de kerel van da koppel was heel erg onbeleefd en grof bezig tegen Hilde en mij. Die vrouw en de manager waren ok. De kers op de taart was toen er ineens uit het niets een erg dronken kerel bij ons aan tafel kwam zitten voor even. Toen hij terug doorging pakte hij mij bij de arm en zei dat hij mij iets wou laten zien. Veel zin had ik niet, maar iedereen aan tafel zei dat ik moest meegaan. En ik ben dus meegegaan en wat ik daar heb gezien, manman, dat vergeet ik nooit meer in mijn leven. Een 10-tal superdronken, supergeile mannen van om en bij de 40-50 jaar die karaoke aan het zingen waren en serieus aan het zuipen! Even een sfeerschets: de man rechts van mij was de hele tijd in het Duits tegen mij aan het praten terwijl de man links van mij mijn hele rug half aan het onderkotsen was (gelukkig bleef het bij kokhalzen en is er dus niks uitgekomen…). Vlak voor mij dan was er een man met zijn kont aan het waggelen in mijn gezicht en de rest van de mannen was het aan het aanmoedigen. En ik zat daar van ‘wtf is hier gaande???’. Ik wou daar weg en zo snel mogelijk. Sjanske voor mij dat die zatte gast die mij erheen heeft gesleurd eiste van mij dat ik Hilde zou gaan halen. Nooit van mijn leven zou ik Hilde daar binnen laten gaan (als ze mij al half aan het verkrachten waren, wat zou dat dan niet zijn als het een meisje is…), maar het was een goed excuus om die kamer te kunnen verlaten zonder al te grof te zijn.
Toen ik bovenkwam was de situatie niet veranderd. De een nog steeds keigrof en de andere nog steeds aan het moven naar Hilde. Het werd dus tijd om te gaan slapen. Weg van die mensen. Drank is den duvel! En dat was daar nogal duidelijk…
Dag 10
’s Morgens dus klaar voor de lift naar het stadhuis om dan te kunnen liften naar Fukuoka. Dat plan is niet doorgegaan. De hotelmanager is blijkbaar erg boos geworden op die grove kerel en op die titser dat uiteindelijk die grove kerel ons helemaal tot aan de autostrade wou brengen als compensatie voor zijn onbeleefdheid. Zo hebben we dus 3 uur en een half in een auto gezeten, Lift 29, met 2 kerels die wij nauwelijks verstonden met hun plat dialect, en waarvan een ervan een beetje aan populariteit heeft moeten inboeten door gisteravond. De rit was niet plezant, er heerste niet echt een optimale sfeer, maar we moeten wel erg dankbaar zijn dat ze ons helemaal tot aan de autostrade hebben gebracht. 3 uur en half later, en een buikske rond gegeten waren we niet treurig dat we afscheid moesten nemen.
Lift 30 was van 2 bouwvakkers die erg moe waren. Waren al heel erg vroeg op de been om op verplaatsing te werken en die waren nu op de terugweg naar huis (het was omstreeks half 2 ofzo…). Deze mannen weren wel gezellig, maar niet erg spraakzaam. Als ik iets vroeg om min of meer conversatie te beginnen, dan gaven ze een vrij kort antwoord en spraken nauwelijks terug. Begrijpelijk als ge zo moe zijt. Dus het was een rustige rit zonder al te veel woorden maar wel een gezapig sfeertje. Het stoorde helemaal niet! Een heel pak verder op weg, we waren Kumamoto alweer gepasseerd en het begon te schemeren. Lift 31 was wederom aan salary-man op weg naar huis. Hij moest in de rand van Fukuoka zijn en hij zou ons niet naar het centrum brengen omwille van het verkeer dat een hel is. Dus hij heeft ons afgezet op een klein lokaal treinstationnetje en ons een ticket betaald naar het centrum, vanwaar wij de bus namen naar huize Bouvier. Op een dag 350 km gelift, en om eerlijk te zijn waren we er best wel uitgeput van.
Het geplande sushifeestje is helaas in duigen gevallen omdat Ryuutarou niet is komen opdagen. Hij zat voor zijn werk in Tokyo en zou die avond terug naar Fukuoka komen. Meer weten we niet. Iyori is wel met zijn 2 zussen afgekomen en we hebben er samen met Masato een gezellige avond van gemaakt. Rustig omdat zij midden in de examens zaten. In de examens en nog steeds mogelijk om een feestje te houden de dag voor een examen. Dat zou in België niet waar zijn…
Het was wel een beetje jammer dat we eigenlijk voor niks zijn teruggekomen en ons zo hard hebben gehaast ervoor. Mja, shouganai, niks aan te doen!
Wordt vervolgd...
1 Comments:
Mig mig mig,
Wat een fantastische verhalen allemaal! Ge kunt bijna een sprookjesboek schrijven met die foto's erbij:) Ik moet zeggen dat het verhelderend is om via u een beeld te krijgen van Japan en de Japanners. Ge krijgt zo zin om het allemaal met eigen ogen te gaan bewonderen!
En met elk verhaal klinkt ge wijzer en wijzer :)
dikke zoen, T*
Een reactie posten
<< Home